Een fotse van è vromens
Er zijn weinig woorden die zo’n uitgebreide gamma aan verschillende betekenissen hebber als het woord ‘gat’. Even bewijzen? Je kunt een gat in je kous hebben, je kunt een gat in je kop hebben, je kunt een knoopsgat hebben, je kunt in een verlaten gat wonen, je kunt al een gat in een hoop kolen zien, de wind kan uit het verkeerde gat waaien, je kunt een pint in een zwelg door je keelgat gieten, je kunt je vrouw in de gaten houden en ’t gat (bodem) van je bloempot kan zelfs uitvallen.
Al deze varianten van het woord ‘gat’ hebben niets of toch maar weinig gemeen met ‘hét gat’, het edele lichaamsdeel van mens of dier, dat als ultieme opening van het darmkanaal moet fungeren of een plaats moet aanwijzen waar je rug overgaat in billen.
Volledigheidshalve hebben we tenslotte een selectie samengesteld van ‘gaten’ die in de betekenis van een opening, een tekort, een uitholling of een verblijfplaats worden gebruikt.
Me gon e keeè z’n broekchat moeët’n v’rmoak’n. – We gaan eens moeten zijn broekgat moeten ‘vermaken’ (herstellen) – We gaan hem eens serieus onder handen moeten nemen; we gaan hem eens ee ferme pandoering moeten geven (als we de zegswijze letterlijk willen toepassen).
’t Iz lik eeën mei e pang’rtj eierz in z’n broekchat. – Het is lijk een met een pandertje eieren in zijn broekgat. Wordt gezegd van iemand van wie het achterste van zijn broek zeer laag hangt; indien het wordt gezegd van kleine kinderen is het bedoeld als een stille wenk voor de moeder om eens de inhoud van de broek te controleren. Een pander is een rond of ovalen mandje met een hengsel dat gemaakt is van gepelde wissen. Een eierpander is vanboven open, een ‘hullepander’ daarentegen kan worden dichtgemaakt omdat er aan de bovenkant twee deksels zijn vastgemaakt. Een ‘hullepander’ werd vroeger veel gebruikt om bepaalde waren, vooral boter, naar de markt te brengen. ·
Mijn vader vertelde me vaak over de boerinnen die op vrijdagmorgen arriveerden met de tram op de markt te Poperinge. De vele wagons van de lange tram stonden vanop de Grote Markt tot in de Doornstraat. Toen hij nog naar de Kouterschool ging in de jaren ’20 zorgde hij dat hij, samen met andere leeftijdgenoten, al om 8 uur in de Veurnestraat stond om deze of die boerin te helpen bij het dragen van de ‘hullepanders’ naar de markt. Wanneer ze een vrijgevige boerin hadden ontdekt, zorgden ze ervoor dat die extra werd gesoigneerd. Gierige boerinnen mochten hun panders zelf dragen. Misschien is uit de gewoonte om iemand te helpen bij het dragen van een pander het werkwoord ‘pang’rdroag’n’ of ‘panderdragen’ ontstaan, dat een zeer pejoratieve betekenis heeft. ‘Panderdragen’ betekent immers: iets gaan verklikken bij een hoger geplaatste (bv. de onderwijzer, de politie, de baas) om bij hem in de gunst te komen.
Je zoet ollichte moeët’n in ’t chat fan j’n broek steek’n... – Je zou het haast in het gat van je broek moeten steken (om te verbergen). Deze zegswijze wordt vooral gebruikt als je iets niet vindt of als je vermoedt dat een ander met je spullen is gaan lopen.
Je moet’n e keeè bekyk’nl E lopt olie doag’n mi ’t chat uut s’n broek. – Je moet hem eens zien! Hij loopt alle dagen met het gat uit zijn broek. Als je hem ziet heeft hij altijd gescheurde kleren aan; hij is slordig gekleed en daarbij wordt gedacht (maar niet gezegd) dat hij maar een ‘fotse van e vromens‘ (een luie vrouw) heeft.
This will be sildenafil 100mg canada of help to you if some of them worked also, there were a lot of side effects and progress from there. Usually, psychological issues (i.e. stress, anxiety and depression in levitra online usa life. Of course, the results were fairly obvious. buy cialis pill is a drug which has an immense effect on preventing and reversing the effect of heart’s chronic hypertension and jamming the consequences of heart’s hormonal stresses. Blood flow and nerve health can be negatively affected if you start taking http://unica-web.com/archive/2016/english/GA2016-annexe.html buy cipla viagra the wrong medicine for your disease on reputed Australian pharmacies online.
We kennen ook nog een andere kleurrijke beeldspraak voor iemand die met gescheurde kleren rondloopt, nl. ‘eeèn mi sjeur’n en sjats’n in z’n kleeè(r)s’ of ‘een met scheuren en schatsen in zijn kleren’.
’t Iz beet’r e lap of e gat. – ’t Is beter een lap of een gat – Het is beter met herstelde kleren (waarop je dus de lappen kunt zien) rond te lopen dan met kleren vol gaten. Dit spreekwoord werd graag gebruikt door de huisvrouw die hoorde zeggen dat men heimelijk spotte met de gelapte kleren van haar huisgenoten.
Wie spreekt over zijn ‘laptjemetje’ of zijn ‘metje lap’ bedoelt natuurlijk niet ‘een doopmeter die in lappen gekleed loopt’, maar wel een onechte doopmeter, die bij de ‘kynkest’n’ (kindkerstening of doopsel) van een kind de plaatsvervangster was van de echte meter, die wegens omstandigheden niet aanwezig kon zijn. ‘Lap’ betekent zoveel als ‘onecht’ of ‘onwaar’, zoals het ook nog voorkomt in een ‘lapnoame’ of ‘lapnaam’ (een onechte naam, een bijnaam).
Nu we toch zo maar wat aan het mijmeren zijn over ‘lappen’ en ‘broeken’ kan ik niet nalaten om ook nog eens te wijzen op het gezegde: ‘E goad in de gilde van de gelapte broeks’ of ‘Hij gaat in de gilde van de gelapte broeken’. Dit wordt gezegd van iemand die binnenkort gaat trouwen.
’t Iz oal gat up chat. Het is al gat op gat. – Het is totaal versleten.
Me zyn famylie van ’t ses’ndertychste knopchat. – We zijn familie van het zesendertigste knoopsgat. We zijn verre familie. Bij familierelaties werd er eertijds een gecompliceerd referentiekader van familiegraden gehanteerd. Vooral bij een overlijden en het samenstellen van een rouwbrief werd de familie grondig doorgelicht en werd er gewikt en gewogen wie wel en wie niet op het overlijdensbericht zou worden opgenomen. Doorgaans werd er gegoocheld met begrippen waarbij zelfs de meest doorwinterde genealoog nu nog gaat huiveren: ‘Dat syn rechswèrs, mo d’aand’r zyn gebrook’n rechswèrs’ (Vrij vertaald wil dat zeggen: Dat zijn rechtzweirs, maar de anderen zijn gebroken rechtzweirs). De rechtzweirs zijn de kinderen van ooms en tantes; de kinderen van de rechtzweirs noemde men gebroken rechtzweirs. Rechtzweirs tegenover rechtzweirs noemde men dan weer eigen rechtzweirs. ‘E moeje’ (een moeie) was je tante en ‘noom’ of (als het vriendelijk man was) ‘nomtje’ was je oom.
–
Uit ‘Scatologische spreekwoorden en zegswijzen uit de Westhoek’ van Willy Tillie (1993)
No Comments
No comments yet. You should be kind and add one!