banner
feb 23, 2021
1449 Views

Allemaal vijgen na Pasen

Written by
banner

Het is afgelopen met Zannekin. Een diepe ontsteltenis maakt zich meester over Vlaanderen. De gemeentelijke troepen van Brugge die onderweg waren naar Cassel houden stil bij Diksmuide wanneer ze op de hoogte gebracht worden van de dood van Zannekin. De Ieperlingen bevinden zich op dat moment het dichtst bij de Casselberg. Ze zouden zich in principe verder kunnen verdedigen achter hun pas opgebouwde buitenvesten, maar ze vrezen (vermoedelijk terecht) een totale uitroeiing als ze het zo ver zouden laten komen. Ze sturen integendeel enkele boodschappers naar de koning om zijn goedertierenheid af te smeken. In Brugge is de schok geweldig.

De inwoners laten de lelievlaggen wapperen en dwingen hun bestuurders ertoe om de sleutels van de stad over te leveren. Het Franse leger wacht niet lang om de puntjes op de i te komen plaatsen in Vlaanderen. De manschappen marcheren overlangs Poperinge tot aan Ieper. De Ieperse wevers zijn het er niet mee eens dat hun magistraten vergiffenis vragen aan de Fransen. Ze weigeren deel te nemen aan dit verraad. Een priester van de parochie van Sint-Michiels heeft vanaf zijn preekstoel opgeroepen om zich te verzetten en de wapens op te nemen. Maar dat zijn allemaal vijgen na Pasen. Miles de Noyers is al met zijn Franse ridders binnengedrongen in de binnenstad. De rebelse pastoor en veertien van zijn vrienden verschansen zich in een versterkte woning. De Fransen maken er niet veel tamtam van; ze steken het huis in brand waardoor de mensen binnenin met zijn allen door het vuur verteerd worden.

Enkele dagen later keert Filips van Valois al terug naar Frankrijk. Hij is gehaast om als grote triomfator en redder van het vaderland zijn intrede te doen. Het Franse leger voert een rijke buit met zich mee. In zijn zog 1.400 Vlaamse gijzelaars, uitgekozen onder de poorters van Ieper en Brugge. Ze zullen garant staan voor een totale onderwerping van de Vlaamse gemeenten aan de troon van Frankrijk. Lodewijk van Nevers, de graaf van Vlaanderen krijgt nog een stevige uitbrander.

Als de koning nog één keer moet ingrijpen om Vlaanderen onder controle te krijgen zal hij daar zelf de sigaar van zijn. De graaf moet zeer aangedaan zijn door de woorden van Filips van Valois en houdt grote kuis. Nog voor het einde van 1328 zal hij 10.000 Vlaamse tegenstanders liquideren. In Brugge laat hij de stad in zes kwartieren indelen, de inwoners ervan worden allemaal aan een streng onderzoek onderworpen. Wie door de mand valt verhuist naar Damme waar hij of zij onderworpen wordt aan een batterij van martelwerktuigen.

In Ieper worden de ambachten en neringen ‘vertiend’. Stel u voor; één op de tien wordt genadeloos afgemaakt. Lambrecht Bovijn, de kapitein van het Vrije en Jan van Dudzele die zichzelf had aangesteld als ontvanger-generaal van Vlaanderen sterven op het rad. Willem de Deken, de oud-burgemeester van Brugge heeft zich tijdig uit de voeten gemaakt naar Brabant. Hij heeft natuurlijk dikke pech als de hertog van Brabant hem oppakt en uitlevert aan de koning van Frankrijk. Hij wordt naar Parijs gevoerd en daar aan de paal van de galg gebonden. Nadat men hem zijn beide handen heeft afgehakt maakt de Franse beul de Bruggeling vast op het rad.

Even later maakt hij hem bloedend en verminkt weer los omdat men vreest dat hij te vlug zou kunnen sterven. De volgende dag laat men Willem de Deken door vier paarden uiteenrukken. Nadien worden zijn overblijfselen aan de grote galg van Montfaucon opgehangen. Een afgrijselijk schouwspel dat duidelijk maakt aan de Parijzenaars dat hun koning Filips van Valois geen vergiffenis zal schenken aan opstandige gemeenten. Ik maak me toch wel de bedenking hoe iemand met afgehakte handen nog zo lang in leven kan gebleven zijn.

Gigantische boetes

De grote kuis van graaf Lodewijk van Nevers is ronduit wreedaardig. Hij kreeg onder zijn voeten voor zijn zwak bestuur en hij begrijpt nog steeds niet wat dat inhoudt. De graaf van Vlaanderen is een dwaze zwakkeling, de speelbal van vrouwen en gunstelingen aan zijn hof. Hij beseft nog altijd niet dat hij slechts een duurzaam bestuur kan krijgen als hij het vertrouwen van zijn onderdanen kan opbouwen. Hij kijkt flagrant naast de enorme kloof die er heerst tussen de adel en de gemeenten van Vlaanderen. Hij diept die kloof met zijn repressieve maatregelen zelfs stelselmatig verder uit. Hij bevoorrecht de adel en kortwiekt het volk.

De Fransgezinde edelen zijn hem oneindig aangenamer dan de patriottistische volksmenigte. De abt van Sint-Maartens in Doornik schrijft het neer in zijn kronieken: ‘hij vermenigvuldigt het aantal doodstraffen op eigen houtje. Vooral omdat zijn vrekkigheid hem aanspoort om zich meester te maken van hun goederen.’ Dat heeft alles te maken met een vonnis van de koning. Iedereen die deelgenomen heeft aan de slag van Cassel mag rekenen op de verbeurdverklaring van zijn eigendommen. Het goed van al die duizenden nabestaanden wordt brutaal onder hun gat verkocht. Twee derden van de opbrengst is bestemd voor de koninklijke schatkist.

De rest mag verdeeld worden tussen Lodewijk van Nevers en Robrecht van Cassel. Brugge, Ieper, Kortrijk, Diksmuide, Veurne, Oostende, Aardenburg, Ijzendijke, Dendermonde en Geraardsbergen krijgen gigantische boetes voorgeschoteld. Al de schatten die ze tijdens veel jaren van werken en voorspoed hebben opgespaard zijn niet eens voldoende om deze sommen te betalen. Nadat de Bruggelingen ergens tussen Brugge en Male hun voetval gedaan hebben voor Lodewijk van Nevers, krijgen ze hun penalisatie te horen.

Een eenmalige betaling van 100.000 pond aangevuld door een jaarlijkse taks van nog eens 3.000 pond. De stedelijke privileges en voorrechten worden gelukkig wel herbevestigd, wel te verstaan dat de graaf alle voorbije en toekomstige misdaden tegen geestelijken, wethouders en afgevaardigden van het hof volledig naar zich toe trekt.

De eenmalige boete voor het Brugse Vrije bedraagt 40.000 gulden, ook hier aangevuld door een jaarlijkse bijdrage van 3.000 gulden. Het Vrije moet voortaan jaarlijks een nieuw magistraat kiezen. Damme betaalt eenmalig 3.000 gulden en jaarlijks nog eens 1.000. Oostende betaalt 200 pond ineens en 100 pond per jaar. Ieper krijgt een boete van 24.000 pond opgelegd, Kortrijk 5.000, Diksmuide 6.000 en het lijstje van deze afpersing gaat nog veel verder.

Uit deel 9 van ‘De Kronieken van de Westhoek – Het oud Verhaal van Vlaanderen –

Article Tags:
· · ·
Article Categories:
terug naar het verleden
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *