Als Allerzielen zachte begint, volgt er al zere regen en wind.
November is de kleinzeune van september, de zeune van oktober en de voader van de winter.
Weerspreuken voor november
– Als Allerzielen zachte begint, volgt er al zere regen en wind.
– November is de kleinzeune van september, de zeune van oktober en de voader van de winter.
– November heeft op de loer gelegen, en komt te voorschijn met vele regen.
– Zit er op Sinte Maarten nog loof aan de bomen, dan meug je van een lange winter dromen.
– Is den hemel al te blauw, spoedig wordt hij dan weer grauw.
– Den hoane, den hoend en de kat voorspellen ’t were beter dan den almanak.
– ’t Is nooit zo duuster, of ’t wordt were kloar.
– Smijten de mols hoge hopen op, dan komt er regen.
– Als de kiekens in de regen lopen, dan wordt het nog lange niet droge.
– Sneeuwt het op ’t slijk, met drie dagen een harden dijk.
– Kwakkelt de slachtmaand met van alles wat, dan zit er dikwijls vele koude in ’t vat.
– Een krimpende wind, een stinkende wind.
– November heeft op de loer gelegen, en komt nu piepen met vele regen.
– Zijn in november de depressies aan zet, dan beleven we in december den eersten winterpret.
– Onweer loate in ’t jaar, dan is de vorst nog niet klaar.
– De bomen ontkleed, mensen dik gekleed.
– Als ’t smoarachtig is met Sinte-Maarten, zal de winter niet koud zijn, maar heeft de Sint nen witten baard, geen vorst en ijs bluuft nuus bespoard.
– In november kom je tegen, harde wind en fikse regen.
– Kwakkelt de slachtmaand met van alles wat, dan zit er dikkers vele koude in ’t vat.
– Meeuwen aan land, veel wind voor ’n hand.
– November heeft maar 30 doagen, maar dubbel wind en regenvloagen.
– Als de kroaien goan vergoaren, zeker dat regen zal noaren.
– Draagt den hoaze nu nog zijn zomerkleed, dan is de winter nog lang niet g’reed.
– St. Elisabeth (19 november) doet nuus verstoan, hoe de winter zal vergoan.
– Novemberwarmte lang en vast, haal de piewanten en schaatsen maar uut de kast.
– In november veel gedonder, dan is een natte lente bepaald geen wonder.
– Gaan de kinderen tekere, dan komt er dikwijls stormwere.
– Veel smoor in de herfst, veel sneeuw in de winter.
– Maakt de spinne in heur web een scheure dan stoat er ne storm voor de deure.
– Zwaait koning Winter in november al met zijn staf, zijn rijk vindt dan al snel zijn graf.
– Koakelen de kippen lang en goed, ’t zal reinen in overvloed.
– Leopoldus (15 november), die goe were vindt, blijft dat dagen goe gezind.
– Grauwe nevels, zo is gebleken, zijn van koude een zeker teken.
– Als ’t vele vriest in november, sneeuwt het vele in december.
– Geen dag zo koud en grijs, brengt de heggemus van de wijs.
– Maria’s opdracht (21 november) klaar en hel, maakt onze winter lank en fel.
– Kruipen de mols diepe in d’ eird, wees voor een strengen winter verveird.
– Ne winter die vroeg komt, vertrekt ook vroeg.
– Vorst met afgoande moane, houdt doorgaans wel aan.
– Zoals ’t were is rond St. Katrijn (25 november), zo zal ’t in januari ook zijn.
– November streng en koud, zich niet lang staande houdt.
– Als ganzen naar ’t zuuden vliegen, zijn ’t vooral de schaatsers die ze bedriegen.
Article Tags:
aarde · allerheiligen · allerzielen · bespaard · bladeren · bomen · depressies · haan · hond · ijzel · kat · kwakkelen · loer · meeuwen · mist · mol · november · ontkleed · onweer · regen · regenvlagen · Sint-Maarten · slachtmaand · smoor · sneeuw · voorspellen · vorst · weerspreuk · weerspreuken · wind · winter · winterpretArticle Categories:
Verweerde spreekwoorden

