banner
apr 5, 2025
97 Views
Reacties uitgeschakeld voor Buskruit te kwiste

Buskruit te kwiste

Written by
banner

17 september 1583. De nacht is ongewoon helder geweest en bij het aanbreken van de morgen zien we dat de vijand een nieuwe versterking heeft opgetrokken aan de noordzijde van de Zuinebouckstraat, in het Houveland waar ooit nog de buitenste vesten voor extra veiligheid moesten zorgen. Ook vanuit de richting Zonnebeke-Roeselare zal Ieper de volle lading krijgen. De constructie ziet er indrukwekkend uit, als we goed kijken zien we de grote artillerie er staan op een wel erg vervaarlijke hoogte. Later op de dag vernemen we dat er een identiek fort komt aan de buitenvesten buiten de Boterpoort.

Kort na de middag meldt een tamboer-majoor zich aan bij onze gouverneur. Wat komt die hier uitvoeren? Hij leidt een van onze soldaten binnen. De man werd blijkbaar ernstig gewond tijdens een confrontatie met de Walen, dat gebeurde ter hoogte van de wachtpost aan de Boterpoort. We komen zo te weten waarom de Walen zo uitbundig waren met hun vuren. De Spaanse koning had een schone victorie behaald en de nieuwe Spaanse gebieden moesten natuurlijk uitgebreid gevierd worden.

In Ieper valt er zeker niets te vieren vandaag. Vooral met de tragedie die zich rond 17u af gaat spelen in de vroegere gebouwen van de grauwe broeders. In de Bukkerstraat staat er een molen gebouwd die dient om het buskruit fijn te pletten. Om een of andere onverklaarbare reden ontstaat er een brand in het gebouw en explodeert de voorraad. In de omliggende woningen vallen direct tien doden. Onze eigen woning langs de markt davert op zijn grondvesten. De helft van de Bukkerstraat ligt in puin, hoe kon dit gebeuren? De roddels ripsen op. Tja, hebben we ooit zoveel munitie moeten klaarmaken hier in de stad? Niemand heeft ooit dergelijke volumes gezien, het moest er van komen dat al dat poeder tot ontploffingen zou leiden. De volgende morgen blijken er nog altijd tussen de twaalf en de zestien mensen vermist.

Rond 9u treffen we nog twee mannen en een vrouw levend aan onder het puin. Bedolven onder zeker vierduizend bakstenen en er levend uitkomen, hun konijnenpoot heeft ongetwijfeld goed gewerkt. Alleen jammer toch van dat prachtig gebouw van de Rostere en de omliggende huizen. Achthonderd kilo buskruit kwijt, ’te kwiste’ gegaan. Het nieuwtje van de brand en de ontploffing zorgt voor het nodig plezier bij de Walen. Ze bieden ons nog een toemaatje wanneer ze vanuit hun forten nog zeven stukken artillerie in werking stellen, een extra traktatie van Farnese die jong en oud vooral geestelijke pijn bezorgt en ons moreel nog verder naar beneden haalt.

Zondag 18 september 1583. We begraven de slachtoffers van de explosie. Sommige lijken zijn erg geschonden. Een jonge vrouw verloor een arm, een been en werd op de koop toe nog onthoofd ook. Het jonk zal het nooit beseft hebben. Niet zover van haar vandaan lag een meisje van een jaar of vijf. Van de vermoedelijk zestien doden werden er vreemd genoeg maar acht gevonden, niemand weet waar de rest gebleven is. Sommige burgers zijn formeel: bij de slag van hun buskruit werden ze letterlijk in stukken vermalen en dat is de reden waarom ze helemaal verdwenen zijn. Diezelfde middag constateren we dat de Walen aan de buitenzijde van het bolwerk van de grauwe broeders een nieuw bolwerk neerplanten. Op één nacht tijd is hun nieuwe versterking al operationeel. De bankschroef wordt beetje bij beetje verder dichtgedraaid.

19 september 1583. Om 7u30 kondigt de klok op het dak van de lakenhalle een nieuw hallengebod aan. Verordeningen op een maandagmorgen bezorgen me altijd een krampachtig gevoel. Alsof mijn maag en darmen nu al aanvoelen dat er slecht nieuws op komst is. En dat blijkt ook zo te zijn. Niemand mag zijn woning verlaten, op risico van correctie van de schepenen. De burgerkapiteinen zullen zich huis na huis aanbieden voor een inspectie binnenin de woningen. Al de huizen komen aan de beurt, zowel de pesthuizen als die waar geen ziektes heersen.

De pesthuizen krijgen het bezoek van een reeuwer. Het stadsbestuur wenst een inventarisatie te maken van de beschikbare voedingsmiddelen en wil onderzoeken hoeveel volk er zich nog in de buik van Ieper ophoudt. Hoeveel koren hebben de poorters nog op hun zolders en in hun kelders? Hoeveel mensen, mannen, vrouwen en kinderen verblijven hier nog? Ook de soldaten worden geteld, onze gouverneur wil absoluut weten hoelang we het met zijn allen kunnen volhouden.

De afgrond schuift elke dag wat dichterbij. De prijzen stijgen en dat is ook het geval met de pest. Een dodelijke ontsteking die elke dag opnieuw zoveel van onze mensen uit het leven rukt. Zelfs achter de gesloten deuren bestaat er geen veiligheid meer. De gouverneur laat in de loop van dag nog zeven trommelaars op ons los. In tijden van brand, alarm of beroering moeten zowel de burgers als de soldaten, wie ze ook zijn, zich allemaal te voet naar hun alarmplaatsen haasten. Wie dat vertikt mag zich verwachten aan een lijfstraf. Kapitein Dupres sterft op 20 september aan de haastige ziekte, de pest natuurlijk. Zijn manschappen begraven hun chef op een treffelijke manier in Sint-Maartens. De grassnijders trekken er nu elke dag op uit en dat verloopt niet altijd zonder incidenten. De Waalse soldaten doen niets liever dan hen te schenden en te ambeteren.

Dit is een fragment uit Boek 8 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 8
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Comments are closed.