Bij het begin van dit hoofdstuk herhalen we de eerste wetenswaardigheden over onze kerk uit de vroegste tijden:
Men vermoedt dat er al een altaar of kerk bestond in de 9de eeuw. De geciteerde kroniek vermeldt het jaar 857.
Topografische indeling: volgens een systeem van topografische verdeling, vroeger bijna over gebruikt in Vlaanderen, werd de parochie Vlamertinge verdeeld in ‘houcken’. Er waren in totaal 23 ‘houcken’:
De administratieve zaken van de heerlijkheid werden beheerd door de schepenen van de parochie onder voorzitterschap van de baljuw. De heer van Vlamertinge bezat hoger, middelbaar en lager gerecht. De terechtstellingsplaats was het ‘Galgheveldt’. Hij bezat het recht om bomen te planten langs de baan van Ieper naar Poperinge, op het grondgebied van deze heerlijkheid. Dit recht werd bevestigd door een akte van algemene bekendheid, afgeleverd door de magistraat van de parochie.
Wat er ook van zij; in 1434 behoorde heerlijkheid van Elverdinge-Vlamertinge goed en wel aan Filips de Goede, graaf van Vlaanderen. In mei 1435 schonk hij het gebied aan zijn onwettige zoon Cornelius van Bourgondië voor de duur van zijn leven.
Anno 13 januari 1285: Jan Li Noir, baljuw van Veurne, Lambert van Staden en Halin le Reke worden door de graaf van Vlaanderen aangesteld om een onderzoek in te stellen naar verscheidene geschillen die ontstaan zijn tussen ridder Jan van Spierre en het hospitaal van Elverdinge. In de archieven van de kasselrij Veurne zien we dat deze geschillen nog niet opgelost waren in 1507.
Sedert haar ontstaan lijkt Vlamertinge verbonden te zijn geweest met het lot van het dichtbij […]