De brave ooievaars die op vandaag nog altijd de baby’tjes brengen voor de jonge mama’s. Zwaluwen en ooievaars werden bekeken als zielvogels, gewijde vogels die zielen met zich meedroegen. Hun nesten brachten geluk aan de inwoners van het huis.
Geschiedschrijver Goerres komt in 1796 af met nog een variante op ‘Maria Boodschap’. Hij heeft het over ‘Onze-Lieve-Vrouwe-Beklijving’, een dag waarbij het zaad blijkbaar goed aanslaat want als je in verwachting wil geraken dan biedt de copulatie van 25 maart de meeste kansen daartoe. Enkele Latijnse teksten hebben het over Maria die de maand maart ‘verjaagt’. Karel de Grote weerhoudt in elk geval rond het jaar 800 de naam ‘Lenzinmonath’ of ‘lentemaand’.
De komst van de zwaluwen en de ooievaars gaf ook aanleiding voor uitingen van vreugde. Het ‘zwaluwen blazen’ was in meerdere steden een job voor de torenwachters. En als ze zwaluwen opmerkten dan dienden ze de hoorn te blazen zodat de stedelingen het goede nieuws konden vernemen. In de noordelijke provincies werd de komst van de ooievaars gevierd. De brave ooievaars die op vandaag nog altijd de baby’tjes brengen voor de jonge mama’s. Zwaluwen en ooievaars werden bekeken als zielvogels, gewijde vogels die zielen met zich meedroegen. Hun nesten brachten geluk aan de inwoners van het huis.
Wie deze nesten verwijderde pleegde zeker een misdaad. April. ‘Iostur’ of ‘Eostermonath’, ‘Odinsmonat’, ‘Fahrmonath’ (maand om te varen), ‘Wodansmaand’, ‘Grasmaand’, ‘Kalfmaand’ of ‘Eieremaand’. Wat een variatie. Bij onze voorouders vooral bekend als ‘Eostur’ en later vereenzelvigd als zijnde Pasen. Het Duits voor Pasen; ‘Ostern’ maakt dat zo duidelijk als wat. ‘Eostur’ is zonder twijfel het grootste feest van het jaar. Nog belangrijker dan kerstdag. Overal gaan er schitterende ommegangen rond om de definitieve zege van het licht op de duisternis te vieren. De overwinning wordt opgedragen aan de goden die de zege op hun beurt schenken aan de zoon van Diudiska, een soort verzamelnaam voor de Duitsers die ijveren voor de goede principes. De overwinning wordt zo via de goden opgedragen aan het Duitse volk.
Theodisk en Walhisk
De naam ‘Diudiska’ nodigt me uit om dieper te graven in deze hoogst interessante materie. Hier zijn de woorden ‘Dutch’ en ‘Deutsch’ terug te vinden. Broer en zus met dezelfde betekenis: mensen, bevolking. Tijdens het leven van Karel de Grote wordt de taal van de lage landen aan de zee omschreven als ‘Diutiek’, ‘Diutiek’, ‘Thiudisk’, ‘Ditesc’, ‘Duuysc’ die nog altijd verwijzen naar hun roots: mensen. In het Saksisch betekent ‘Thiudisc’ dat iets toebehoort aan de mensen.
Diezelfde Karel de Grote zal op het einde van de 8ste eeuw zijn eengemaakte Frankenrijk trouwens indelen in ‘Theodisk’ (de Germaans sprekende inwoners) en de ‘Walhisk’ (de Romaans sprekende inwoners). Ik weet meteen ook waar de naam van de Walen vandaan komt. Rond het jaar 1000 zal het woord ‘Theodisk’ verder transformeren tot termen als ‘Diudisc’, ‘Diutisch’, ‘Diets’, ‘Didisch’ en later natuurlijk ‘Duits’. De Vlamingen, de Hollanders en de Holsteiners begonnen aan hun nieuwe jaar met ‘Eostur’ en later met ‘Pasen’ en niet met Nieuwjaar of 1 januari.
Die kalender is blijven bestaan tot op het einde van de 16de eeuw wanneer alle landen van het Spaanse katholieke rijk overstapten naar de nieuwe Gregoriaanse kalender. 14 april was een dag van opoffering, sacrificie en ook die dag staat op de lijst van de lotdagen. Op de lotdag van de 23ste april, het ‘Koekoekfeest’, gebeurde er een mysterieus offer en op die dag voorspelde een koekoek de toekomst. Karel de Grote, weer hij, behield de oude naam van ‘Eostermonath. ‘Oostermaand’ en ‘Paasmaand’ die ondertussen al lang uit gebruik zijn geraakt. In de 17de eeuw werd ‘Grasmaand’ bekend en die zal het op lange termijn ook blijven trekken.
Dwaallichten en dwaalgeesten
Mei. ‘Drimilchi’, ‘Driemelkenmaand’, ‘Bloeimaand’, ‘Woenstmaand’ (maand van de vreugde), ‘Vrouwenmaand’ (vermoedelijk is dat Freya) en ook wel ‘Vrijmaand’ (vermoedelijk ook afkomstig van Freya). Die ‘Driemelkenmaand’ is best wel een leuke benaming. In mei geven de koeien nu eenmaal drie keer melk per dag. Tijdens de nacht van 1 mei en vooral in de vroege morgen kwamen de mensen van het oude Europa samen op de heuvels. En dan werd er feest gevierd. Het feest van de liefde als het ware, want dan legde man of vrouw alle eer af voor zijn of haar geliefde.
Er bestaan in het oude Vlaams nog altijd enkele liedjes die toen werden gezongen. Die 1ste mei werd de meiboom geplant. Op het einde van de jaren 1700 gebeurde dat bijna overal. Bedoeld als een hulde voor de natuur in zomertijd. Met het planten van de meiboom hoopten de inwoners op schone vruchten voor de akkers, goede gezonde dieren en mensen. De meiboomplanting ging vergezeld van feesten en dansen. De tweede week van mei had een gevaarlijke reputatie! Tijdens deze week, vooral na zonsondergang zwierven er dwaallichten en dwaalgeesten door de atmosfeer. Ze spookten vreemde zaken uit met mensen die op reis waren en hadden het vooral gemunt op de vrouwelijke reizigsters.
Het gevaar school vooral in de bossen, woudmannen, bosgoden en varende vrouwen konden er vreemd uit de hoek komen. Er viel ook veel te vrezen van de colère van de alven en alvinnen, spoken, nachtmerries, nachtelijke paarden. Die alvinnen waren duivelse jaagsters die recht uit de hel leken te komen. De hellegasten vierden hun liefdesfeesten in de bossen onder het gezang van de nachtegalen en in het helder licht van de volle maan. Trouwen in mei bracht ongeluk. De zegswijze ‘mai-ee, boos-ee’ bestond nog in de 19de eeuw. Deze bijgelovige toestanden zouden al afstammen vanuit de tijd van de Romeinen.
Tijdens de meimaand werd het ‘Bloeifeest’ of ‘Bloemenoostern’ gevierd. Pinksteren werd aanvankelijk omschreven als ‘Rozenpasen’ of ‘Bloemenpasen’, namen die vrij vaak voorkomen in documenten uit de middeleeuwen. Dit gebeurde de vijftigste dag na Pasen. Tijdens de nacht van zondag op maandag van het ‘Bloeifeest’ werden er op heuvels offergangen gehouden. De boeren plantten bomen voor hun stallen en die sloten ze af met runderkoppen, maar dat gebruik werd met harde hand verboden omdat dit strijdig was met een goed bosbeheer. Die bomen werden ‘Pinkster-dennen’ genoemd. Ook de 25ste mei is vaak een feestdag geweest en dit valt af te leiden uit het feit dat die dag ook op het lijstje van de lotdagen terug te vinden is.
–
Uit deel 7 van ‘De Kronieken van de Westhoek’


