Hij speelt vereenzaamd met het zand
tot het winderig één wordt met z’n hand.
Hij blaast zijn zilte adem in schubben en schelpen
die stromen met kalmte en rust behelpen.
Hij speelt vereenzaamd met het zand
tot het winderig één wordt met z’n hand.
Hij blaast zijn zilte adem in schubben en schelpen
die stromen met kalmte en rust behelpen.
Nog leest hij de zondagskrant.
Nog proeft hij zuiders anijs.
– Op die bank aan de zeekant –
Vingers glijden over het heuveldal
eindeloos lijnen dromend in ’t niemandsland
begrensd door de laatste fata-morgana.
Nog draagt hij dit zondagspak
met vuil steepjes-grijs
vol kleuren lintjes op z’n borstzak.
Over de nevel zag hij ’t beloofde land
bruisend schuimend tegen de rotsen van dit leven
fluistert hij: ‘wacht nog … wacht nog … even.’
–
Frans Claus uit ‘Nevel in m’n landschap’ uit 1986
Article Tags:
anijs · bank · beloofde land · borstzak · bruisend · duinen · fata morgana · kalmte · niemandsland · noordzee · poëzie · proeven · rust · schelpen · schubben · schuimend · strand · streepjes · vereenzaamd · winderig · zand · zeekant · zilte adem · zondagskrantArticle Categories:
heerlijke poëzie

