banner
dec 1, 2018
2034 Views

Ik wil geen andere

Written by

Het gezin stond niet op losse schroeven en de verloving bezat een bindend karakter. Waar men zonder zware en geldige reden een verloving ongedaan maakte, werd dit als een verbreking van de trouw aangezien. Wie verbrak moest er dan ook de gevolgen dragen.

banner

Gezinsleven, folklore en volksgebruiken van het oude Wervik

Het gezin stond niet op losse schroeven en de verloving bezat een bindend karakter. Waar men zonder zware en geldige reden een verloving ongedaan maakte, werd dit als een verbreking van de trouw aangezien. Wie verbrak moest er dan ook de gevolgen dragen. Op klacht van de tegenpartij werd hij of zij tot het betalen van de godspenning veroordeeld.

In 1741 noteert het kerkregister; ‘Ontfaen van Pieter Vandamme over eenen godtspenninck besproken int scheijden ende afgaen vande trauwe bij hem belooft en Cateleene Bekaert: 12 pond pars’. Het volk had het op de verbreker gezien en men ging toen voor zijn huis en in zijn straat ‘scharminkelen’, dit is; men bond aan een stuk touw allerlei potten en pannen, sleepte dit heen en weer voor dit huis. Het was een gerinkel en gedruis dat men heinde en ver kon horen. Dit werd soms meer herhaald. Getier en gejouw waren dan niet van de lucht.

Het huwelijk bezat een uitsluitend sacramenteel karakter en de griffier het huwelijkscontract moest opstellen kwam er onvoorwaardelijk volgende passus in voor: ‘met het consentement van heijlighe catholijcke, apostolijcke ende Roomsche kercke’.

Hoe men het met de wederzijdse huwelijkstrouw ernstig meende bewijst het toenmalig gebruik van inscripties in de huwelijksringen: ‘+ Aultre + ne + veut’, ‘ik wil geen andere’, werd aan de binnenzijde gegraveerd. Een exemplaar van deze trouwringen werd te Wervik in de hof van ‘Het Kapittel’ teruggevonden.

Hoe streng men toen tegen echtscheiding en immorele huwelijken optrad, wordt ons duidelijk uit het relaas van Th. Leuridan in zijn ‘Histoire de Linselle’. Vooraleer er te Linselles-Blaton een parochiekerk werd gebouwd, moesten de inwoners van deze gemeente zich naar Wervik of Komen begeven voor priesterhulp; daarom betaalden de inwoners tienden aan beide pastoors.

Hier volgt het relaas; ‘En l’année 1740, le Dimanche II octobre dans l’église de Linselles fut exécutée au prône de la messe paroissiale, avec exstinction des cierges et au son de la grosse cloche une sentence d’excommunication prononcée le 3 du même mois par l’officiialité de Tournai, contre deux personnes dont l’une était de Deulemont et l’autre de Comines et qui avaient contracté un mariage criminel, la femme ayant encore son premier pari vivant. Les deux coupables étaient venus s’établir vers 1735 à Linselles ou la Providence avait voulu que leur crime fut découvert par le curé qui avait informé l’official de Tournai. Bien que celui-ci les eut obligés de se séparer, ls s’étaient réunis de nouveau et avaient encore séjourné à Linselles pendant un an, se retirant ensuite à Wervicq; ils étaient enfin attiré la terrible sentence de l’excommunication personelle que pour l’exemple, l’official avait voulu faire exécuter avec éclat non seulement à Deulement, mais aussi à Wervicq et à Linselles.’

‘Jamais on n’avait vu pareille cérémonie, et elle parut si lugubre et si effroyable, que les assistants fondirent en larmes surtout quand ils entendirent que ce n’était la qu un faible crayon de ce qui arrivera au jour du dernier jugement quand Jésus-Christ Ie souverain prêtre, au son des trompettes et parmi l’embrasement de l’univers, bannira du Ciel et frappera du glaive de l’excommunication éternelle tant de pécheurs qui n’y pensent pas à présent et qu’au mépris de ses charitables avertissements, refusent de retourner à Luy par une véritable pénitence et conversion du coeur’. v

Het leven was hard en het gezin kende toen meer droeve dan blije dagen in het leven. Voor de gewone man was het leven onzeker in die tijd en de broodwinning was een lastig probleem. In de stad moesten de jongens vanaf hun elfde of twaalfde jaar reeds gaan werken en de meisjes probeerden reeds vanaf hun tiende jaar iets voor het gezin te verdienen. Op de buitengemeenten was de arbeid minder lucratief en de jongens werden vanaf 6 tot 9 jaar ingezet om de dieren te hoeden en bij veld- en oogstwerk behulpzaam te zijn.

In de weverijen werden ze vanaf hun 9 jaar bij hun ouders of bij buren tewerkgesteld. Vaak werd er 16 uren per dag gearbeid. Jongens konden pas op twintigjarige leeftijd voor zichzelf instaan, maar de meisjes konden dit vanaf hun achttiende jaar. Dan moest men de hele dag aan het werk blijven en de arbeider kon slechts met grote inspanning zijn kroost onderhouden. In het begin van de l9de eeuw bedroeg het dagloon 1,25 tot 1,50 frank. In onze munt omgerekend zou dit met een dagloon van 40 tot 50 frank overeenstemmen. (dit werd geschreven rond 1960)

De voeding was eenvoudig slecht en zeker onvoldoende. Het gewone brood was roggebrood. Brood en aardappelen met een schotel karnemelkpap was het dagelijks menu. Men moet toegeven dat de drankzucht bij de mannen, meestal een betere voeding in de weg stond. Te Menen deed men in 1797 zijn beklag dat er geen rogge meer op de markt verscheen, ‘la nourriture commune de le masse’.

Pest en oorlog wilden maar niet wijken en de kindersterfte bedroeg gewoon 50% van de overlijdens. De demografische toestand in de tweede helft van de 18de eeuw vinden we in de kerkregisters terug. Het gemiddeld aantal geboorten bedraagt 128, bij 28 huwelijken en 128 overlijdens. Er komen jaren voor waarin het getal overlijdens veruit het aantal geboorten overtreft. We maken een uitzondering voor het crisisjaar 1794 waarin slechts 89 geboorten werden genoteerd; 79 te Wervik en op 10 andere parochies.

De pastoor noteerde dan in de marge: ‘et Casu in fuga, propter irruptionem nationis gallicae parochia’. De mensen waren op de vlucht geslagen omdat de Fransen Wervik waren binnengevallen. Het aantal overlijdens vertoont volgende curve: 32% van de overledenen zijn mensen die de leeftijd van 70 à 80 jaar hebben bereikt; 33% zijn kinderen beneden beneden één jaar en 10% zijn kinderen tussen 1 en 5 jaar.

Op het einde van de 18de eeuw was de welstand in het gezin zeer gedaald. De vroegere welstellende burgers hadden grote verliezen geleden; ze werden in Franse waardeloze assignaten uitbetaald, werden buitengewoon belast en de kapitalen ontbraken. In het hele arrondissement leper waren hoogstens nog 6 of 7 ‘équipages’ te vinden. Het aantal ‘cabriolets’ was tot een minimum gedaald en de mensen bleven thuis.

De gewone man had het hard te verduren en de broodwinning was een nijpend probleem geworden. Meer dan de helft van de nijverheid was stilgevallen en de nog bestaande fabrieken werkten slap en op halve kracht. Het resultaat was een ontwrichte en verwaarloosde jeugd en gezinnen die geen uitkomst meer zagen.

Wanneer men te Menen een onderzoek instelde naar de stand van de ontwikkeling, kwam men tot volgend resultaat : in 1789 telde men 573 burgers die konden lezen en schrijven, in 1800 waren er nog amper 509; het aantal mensen met een zekere ontwikkeling werd in 1789 op 209 beraamd; in 1800 was dit getal tot 103 geslonken. Te Wervik was men er niet beter aan toe. De strijd om het dagelijks brood nam alles uren van de dag en alle mogelijke inspanningen in beslag.

In de 18de eeuw waren de mannen eenvoudig gekleed, maar de vrouwen zochten briljante kleren en veel kant op. Een geboorte in het gezin ging bij de buren bijna ongemerkt voorbij, slecht bij rijke lui werd de geboorte een aangelegenheid om een maand lang een bezoek bij de gelukkige moeder af te leggen en zich daar in de huiskring met één of ander spelletjes te amuseren, ‘suget de cercle de jeux’.

Bij een huwelijk ging dat anders. Bij burgers die er warmpjes inzaten, was op de bruiloftsdag een brooddeling aan de armen voorzien. Meestal trokken de jonggehuwden nog dezelfde dag op reis, een reis die 3 of 4 weken in beslag nam. Bij hun terugkomt werd hun huis door de buren versierd en de hele straat of wijk nam aan het feest deel. Alle huizen werden dan in de bloemen en in het groen gezet en het jonge paar wist de arbeiders op een of meer tonnen bier te vergasten. De hele wijk profiteerde van de terugkomst.

Bij het gewone volk, dat gewoon in de vroegmis trouwde, trok men na de kerkelijke plechtigheid naar de bekende herbergen waar de man gewoonlijk zijn zondagse pint ging drinken. De gearmde koppels trokken in stoet, met de speelman op kop en de jonggehuwden achteraan in de rij. Wanneer zij aan de herberg kwamen werd door de familie en kennissen een kring gevormd en met een luid driewerf hoeraatje en een geroep ‘Zijn ze getrouwd? Jaa’z !’ in de herberg binnengeleid. Het verder verloop van de trouwdag werd aan de feesttafel en de dans besteed.

De pastoor van Wervik schijnt over de Wervikse gezinnen geen noemenswaardige klachten te moeten neerschrijven. De Burchgraeve echter weet ons te vertellen dat op 11 december 1740 de pastoor een gehuwd koppel excommuniceerde, nl. Michiel Verhamme, beenhouwer te Blatoen op Wervik-Zuid die Anne-Marie Deroullez, van haar man gescheiden, had gehuwd. De zaak werd op 12 februari 1741 tot wederzijds genoegen geregeld. In 1747 weet onze rederijker te vertellen dat er, middenin de verwoede politieke strijd tussen ‘Witte en Swarte’, een tijdelijk compromis tussen de hoofdfiguren tot stand kwam onder de vorm van een huwelijk: “Op zondag 23 Juli, is het geschied dat de grootste en hardnekkigste zwarte vijand van de Franschen zijn dochter met de witste vijand van Hongarien liet trouwen. Zij kregen den spotnaem van Koning van Vranckrijk getrouwd met de Koningin van Hongarien. Maar het duurde niet lang of zij waren in een gevecht geraakt om de ordinaire kinderen – een zotte botte twist van wit en zwart. De man heeft de vrouw overwonnen, zoo dat men te Wervijk zegt dat de koning van Vranckrijk gevochten heeft in duel en dat de Koning gewonnen hebbende, de Koningin gevlucht Is; hetgeen waar is, te weten uit haar huis. – De wereld gaat verkeerd en Satan zijn rijk vermeert’.

De pastoor kon ook troostvolle dagen beleven en dit was het geval op 9 december 1751: ‘… is het christen geloof opgenomen en heeft publiek. belijdenis van geloof gedaen een zekere Abraem, Zwitser van nationaliteit, van Luthers geloof; de plechtigheid geschiedde In de kapel van O.L. Vrouw Boodschap te Overleie; nanoen hertrouwt hij in de groote kerke. Hij had voordezen de Hollanders gediend; hij is pottenbakker en huivetter en woont met zijn wijf te Wervik-Zuid.’

Bij een overlijden, werd met stro een kruis gemaakt en men plaatste dat tegen de huisgevel of tegen het hekken. Het kruis bleef er staan zolang de dode in huis was. Wanneer de begrafenis plaatsgreep werd dit kruis naar de kerk mee gedragen en tegen de kerkgevel geplaatst. Men had toen ook stro gelegd naast de weg die naar keersweg leidde. Daar werd de lijkstoet door de geestelijkheid opgewacht. In de missen om negen en tien uur werden de rijken naar het koor gebracht, de gewone man moest het met een achturenmis kunnen stellen. De dode had nu gewoon drie of vier dagen ‘over aarde’ gelegen en de buren hadden in de namiddaguren bij het lijk de rozenkrans gebeden.

Voor ’s nachts werden ‘lijkbidders” aangeworven die zich met borrels wisten wakker te houden. Na de begrafenis trakteerden minder gegoede lui hun familie in een drankhuis op een borrel, maar gegoede lui en boeren die het breed hadden, vroegen de familie te eten. De volgende dag werd nog een banket aangeboden, waarop meer zakelijke gesprekken aan de beurt kwamen. In deze families was een broodbedeling aan de armen voorzien. Wanneer een gildelid overleed, was het hele gild in rouw. Bemiddelde gildeleden, al waren zij geen koning, prins of deken, zouden het nooit nagelaten hebben al de ter kerke gaande gildeleden na de lijkdienst te trakteren.

De vier gilden werden gewoonlijk op de uitvaart van een koning of deken van een gilde uitgenodigd, dit was een gelegenheid om de kibbelpartijen en de onderlinge ruzies even te vergeten. Elke gilde trok dan met de gildevlag naar de kerkdienst. Het ‘lijckbier’ moest de treurnis om de overledene wegspoelen en men maakte er gewoonlijk dankbaar gebruik van.

Uit ‘Bijdragen tot de geschiedenis van Wervik’ van R. Defrancq uit 1961

Article Categories:
vergeten geschiedenis
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *