Mijn buur is een gaai De mooiste herberg van de stad Diksmuide was zeker ‘De Papegaai’, op de hoek van de Grote Dijk en het Begijnhofstraatje, waar nu G. Myny en G. Hardy wonen.
De mooiste herberg van de stad Diksmuide was zeker ‘De Papegaai’, op de hoek van de Grote Dijk en het Begijnhofstraatje, waar nu G. Myny en G. Hardy wonen.
De eigenaardige klokgevel was versierd met een typisch aediculavenster en de smeedijzeren ankerletters ‘F.V.D.M.’, waarschijnlijk de initialen van de vroegere eigenaar; François Van Diemen. Ankers (soms wel leugenaars) gaven het (ver?)bouwjaar 1631 aan. Tot omstreeks de helft van vorige eeuw was het nog heel druk rondom ‘De Papegaai’.
Schippers, voerlui en sjouwers waren er vaste klanten. Vanaf toen werden er echter steeds minder schepen gelost en geladen langs de kade van de stedevaart, en zo verviel ook ‘De Papegaai’. Enkele jaren voor de oorlog van ’14 werd het huis in tweeën verdeeld en een raam door een tweede voordeur vervangen. De linkerhelft bleef herberg, bewoond door Isodoor Schallier die wel eens lachend zei: ‘ik woon in de pape en mijn buur is een gaai.’ Die buur was Laura Millecam, moeder van Roger Vereecke.
Iets meer oostelijk op de Grote Dijk werd na de oorlog het huis, nu bewoond door notaris Callewaert, min of meer gewild wederopgebouwd als repliek op de oude ‘Papegaai’. Aan de overkant van het Begijnhofstraatje, naast het ‘Bierhuis’, woonde bakker Celestin. Op de hoek boven de lantaarn, zoals trouwens nog, troonde een beeldje van Thomas van Canterbury, naar wie het huis genoemd werd.
Uit ‘Het Diksmuide van Toen’




