Anno 1502 wordt er in de avondlijke lucht boven de streek van Ieper een klomp […]
Het tweede deel van de Veurnse jaarboeken Ik zoom in op het tweede deel van […]
Er was wel oorlog in het menagie van Dikke Miel. Miel was getrouwd met een van die moderne dingskes, die meer gewoon zijn van zich op te zetten en te schminken dan van patatten schillen, en die met één vent niet genoeg hebben.
Een boer, die aan de oever van een rivier woonde, had grote bezittingen. Men zag er paarden, koeien, schapen en vele geiten, ganzen, allerlei varkens, hanen, kuikens en meer van dergelijke beesten. En hij had de leiding over knechten en meiden, want er was daar in huis veel te doen.
Den dezen die vele werkt, he’t geen tijd om geld te verdienen.
Die twee honden kunnen toch wel erg moeilijk akkoord geraken over dat ene been!
Het is gie zelve die het boek van joen leven schrijft.
Lacht è keer: het verbetert de weirde van joen oanzichte!
Kijk eens naar Ieper op vandaag. Waar is het water nu? Aan de noordoostkant zien we het kanaal en de Ieperlee, aan de zuidwestkant de ‘Verdronken Weiden’. De komst van het water in 260-270 was een (afgezwakte) herhaling van wat er zich al had afgespeeld 1000 à 1500 jaar voordien. Het water 5 à 10 meter hoger. Beeld u dat eens in? Alleen de heuvel, de prairie van Ieper, bleef gespaard van het rijzende water. En er waren twee havengemeenschappen. Briel (Breuil) en de omgeving van het Zaelhof en de Zuudstrate (de latere Rijselstraat), niet toevallig nog steeds met elkaar verbonden met de ondergrondse Ieperlee. Zeker al in 270, kijk maar naar de ‘ille’ namen waar we het al uitgebreid over hebben gehad. Hier leefden beslist al mensen 1000 jaar voor het begin van onze nieuwe tijdsrekening.