De abten laten zich de grafelijke bescherming welgevallen. Voorzien van staf en mijter en beladen met goud en juwelen spelen ze God over het jonge Poperinge. Alleen de bisschop heeft nog een grotere macht. Vanaf de 6de eeuw laten ze al in toenemende mate hun invloed gelden op de Westhoek. Ooit leefden ze onthecht, bescheiden en in eenzaamheid weg van de wereld.