Een boer had eens warmoes gegeten
waardoor hij kreeg grote kak,
en nu zijnde neergezeten
in het kakhuis met gemak,
Sedert enige tijd bevindt zich hier op de parochie een kerel die een gevaarlijk spelletje speelt. Die man is gekend onder de naam van ‘de witte haan’ en schept behagen in alles af te luisteren en over te dragen.
Ik heb mijn hart verloren.
Langs een groene weg.
Op stap,
met alleen maar mijn gedachten.