Komen ondergaat inderdaad een grondige verwoesting en plundering. De Fransen wurgen en doorsteken de inwoners […]
Jan van Dadizele was begerig van die twee weldaden aan zijn eigen heerlijkheid te bezorgen en hij kreeg van zijn opperheer Filips de Goede een brief van inrichting van jaar- en weekmarkten. Die brief werd gegeven te Brussel in de junimaand van 1462. Hij was geschreven in het Frans en is in onze Franse druk voortgebracht.