’t En zal maar juiste en wel besteed zijn ook. Waarlijk men moet Boezingse Jannen zijn om zullen beestigheden en meesterstreken te begaan. Maar die olijkaards die zo de puntjes op de i’s willen stellen, waarom hebben ze niet eerste het goede voorbeeld gegeven?
‘Het waren twee jongmans in de kleine stad en ze geraakten om de duivel niet getrouwd. Had er één van de twee ’t herte gevoerd. de tweede had ’t hem nagedaan; – één moest beginnen maar ze wisten niet dewelke.