Om Poperinghem efficiënt te besturen, vaardigt de abdij van Sint-Bertijns een ‘prepositius’ af. Een proost. […]
Op 20 augustus 1304. De stank van de rottende kadavers op de Pevelenberg is niet […]
De Dampierres zijn finaal door de mand gevallen. Hoe kan je de toestand in Vlaanderen […]
In de hoge middeleeuwen geldt nog steeds het Germaanse principe: de beklaagde moet zijn onschuld bewijzen! Hij wordt als schuldig beschouwd zolang hij geen bewijs van zijn onschuld kan voorleggen. Meer en meer laat de kerk zijn invloed gelden in de barbaarse rechtspleging. In de 14de eeuw zijn die barbaarse principes al helemaal omver gesmeten. De betichte is zolang onschuldig tot dat de aanklager zijn schuld op een klare manier heeft kunnen bewijzen.
Rechtstreekse beledigingen aan het adres van God, de heilige maagd of de heilige kerk zijn taboe. Ook hier velt de vierschaar verschillende vonnissen. Een zekere Meulin Heerbrecht wordt aan de schandpaal gebonden en vervolgens met afgekorte tong voor zeven jaar in verbanning weggestuurd: ‘pour les despiteuses inhonestes et innaturèlez parolez blas fèmes qu il dist sour notre Seigneur Jhesu Crist et de la glorieuse benoite Vierge Marie’. De poorter Eloy Mazin wordt voor 7 jaar verbannen ‘de destourbir le ville des parolles qui dist au contraire de sainte eglise…’. Menselijke Majesteitsschennis.