Toen ik in 1941 na gedane studies naar huis terugkeerde, hadden mijn ouders een pensiongast opgenomen. De jongeman in kwestie was een militair in vast verband die na enkele weken krijgsgevangenschap, zoals tal van zijn collega’s, ergens op een rantsoeneringsdienst werd geplaatst.
Den Boerenkrijg der westersche parochiën gelegen tusschen Yper, den Yperlé, den Isser en Vrankrijk, tegen de Franschen of Carmagnolen door Carolus De Rache, Krombeke.