Stant van Stienes ging zijn Pasen houden. Als alles was afgelopen, vroeg de pastoor aan […]
Van zuiderse aardappelen (uit lichte zandstreek, zuidelijk gelegen) zegt men minachtend: “t is een flauwe patat – ’t zijn telzakken – ’t zijn snotzakken – ’t zijn waterzakken – ’t water staat in hun ogen – ze schremen – ge moet er geen saus bij hebben – ’t zijn zwijnspatatten’.