Er is nog geen sprake van versterkingen aan de buitenzijde van Nieuwpoort. Geen muren, geen […]
Margaretha van den Elzas (1191). Na het overlijden van Filips nemen zijn zuster Margaretha en […]
Ieper. Op 15 september 1377 zijn de wethouders vervangen. Kort daarop begint het gemeen zich […]
De Fransen slagen er in het voorjaar van 1678 in om de inwoners ten westen […]
17 augustus 1930, zondag. Te Ieper werd de eerste steen gelegd van de nieuwe kaaimuur […]
Anno 1933, op de 11de november, was het 15 jaar geleden dat er een einde […]
De Ieperse kanunniken willen niet zomaar de kaas van tussen hun boterhammen laten wegpikken. Op de dagen wanneer er grote plechtigheden doorgaan, hebben ze al de rechten op de opbrengsten.
Waar de Ieperse magistraat bericht dat er in 1247 wel 200.000 inwoners te Ieper gevestigd waren, en in 1485, in een verslag over de materiële toestand aan de Grote Raad van Mechelen, beweert dat er omstreeks 1408 nog 3 à 4.000 weefgetouwen in werking waren, dienen we beide gegevens als fantastisch en volkomen onjuist te verwerpen.
Het kanaal van Ieper naar Nieuwpoort bestond reeds, zo niet in de 12de, zeker in de 13de eeuw en was voorzien van overdrachten. Gravin Margareta van Constantinopel liet in 1251 dit kanaal verbeteren.
Na een flinke misrekening in 1383, nemen de Nieuwpoortnaars hun voorzorgen. Tijdens de jaren 1400 bouwen ze geduldig verder aan stevige muren rond hun stad. Dat blijkt geen overbodige luxe als de opstand uitbreekt in Vlaanderen en Nieuwpoort door de Fransen en de Bruggelingen in de tang wordt genomen.
Met al die willekeur en die afpersmentaliteit is het niet moeilijk dat de moraliteit terugloopt in Ieper. De ‘God ziet u’ bordjes bestaan nog niet en de priesters hebben wel andere interesses dan de geestelijke integriteit van hun onderdanen. Er is amper sprake van nieuwe acquisities tijdens het bewind van abt Pierre. Het zijn blijkbaar moeilijke tijden voor het klooster. De Rubrum registers maken melding van een aankoop in januari 1247. Walter, de abt van Grimbergen, verkoopt aan de Ieperse proosdij alle eigendommen die zijn abdij bezit binnen de stadsmuren van Ieper. Het betreft opbrengsten van meer dan 9 pond afkomstig van verscheidene huizen in de stad en blijkbaar ook deels op de lakenhalle.
Kijk eens naar Ieper op vandaag. Waar is het water nu? Aan de noordoostkant zien we het kanaal en de Ieperlee, aan de zuidwestkant de ‘Verdronken Weiden’. De komst van het water in 260-270 was een (afgezwakte) herhaling van wat er zich al had afgespeeld 1000 à 1500 jaar voordien. Het water 5 à 10 meter hoger. Beeld u dat eens in? Alleen de heuvel, de prairie van Ieper, bleef gespaard van het rijzende water. En er waren twee havengemeenschappen. Briel (Breuil) en de omgeving van het Zaelhof en de Zuudstrate (de latere Rijselstraat), niet toevallig nog steeds met elkaar verbonden met de ondergrondse Ieperlee. Zeker al in 270, kijk maar naar de ‘ille’ namen waar we het al uitgebreid over hebben gehad. Hier leefden beslist al mensen 1000 jaar voor het begin van onze nieuwe tijdsrekening.