We moeten terug in de geschiedenis. In 54 voor Christus zijn de Romeinen heer en […]
Diksmuide. Ijzer. Noordzee. Pagus Iseretius. Het oord raakt duizend jaar terug stilaan bekend als ‘Dicasmutha’, ‘Dicasmut’, ‘Dicimuda’, ‘Diquemude’, ‘Disquemue’, ‘Dicimut’. Uiteindelijk wordt het ‘Dixmude’. Pas veel later zullen de mensen spreken over ‘Diksmuide’. Maar daar zijn we nog lang niet aangekomen. In de tiende eeuw is Dicasmutha eigenlijk niet veel meer dan gehucht met een kapel die afhangt van de Sint-Niklaaskerk van Eessen.
In de 9de eeuw is Vlaanderen bedekt met heide, bossen en moerassen. Ik baseer me onder andere op het briljante werk van de Gentse historicus Jan Dhondt (1915-1972). In het noorden ziet het landschap er totaal anders uit dan wat we op vandaag kennen, schrijft hij kort na de tweede wereldoorlog. Rond het jaar 400 is de zee diep in het land gedrongen en heeft ze zo een brede zone van het vasteland onbewoonbaar gemaakt. Het gebied staat wel niet continu onder water maar elk springtij of hoogtij is voldoende om het land opnieuw te doen overstromen.
e zee krijgt vrij spel over dat uitgebreide kustgebied van Buck. Geen dijk of duinen zijn er om het zoute zeewater van de laagvlakte ten westen van de lijn tussen Roesbrugge en Aardenburg af te houden. Het achterland van Buck bestaat grotendeels uit ‘boschagie’, bossen en wildernis. Het is het meest westelijk gelegen aanhangsel van het bos van de Ardennen. Hier zwerven grote groepen wilde dieren rond, in het bijzonder reebokken, ‘bucken’, die uiteindelijk deze naam aan het toenmalige Vlaenderen schenken: ‘het land van Buck’. Gevangen tussen de wouden bevinden zich het dorp Oostburch en de stad Rodenburch, die later Aardenburg zal genoemd worden.
De leeggelopen kust- en Scheldestreek is al vanaf de 4de eeuw deels herbewoond door Saksische groepen die hun Germaanse cultuur en taal met zich meebrengen. Daarvan getuigen de ontelbare Germaanse dorpsnamen die we op vandaag nog kennen. De Salische Franken zelf vestigen zich in de 5e eeuw in het huidige Noord-Frankrijk en Wallonië, vooral rond de steden Kamerijk, Doornik en Bavay.