Beveren-aan-den-Ijzer. In mijn jonge jaren was ik messediener en op zekere avond moest ik mede voor een berechting naar ’t verste uiteinde van de parochie.
‘E ku nog nie olleene pissen’.
‘E kakt nog groene’.
‘E ’n hangt nog an moeder’s schorte’.
Pieter Vermeersch, een doodbraaf man die langs de Elverdingse kalsijde woont, was zo gevaarlijk ziek dat men het nodig oordeelde hem de heilige sacramenten te moeten toedienen.
Vanaf 1150 rijpen de plannen om een ongeëvenaarde commerciële halle op te richten. Een paleis van een lakenhalle. Met voor die tijd ongeziene, immense afmetingen. Deze keer in steen. Er is blijkbaar grote nood aan een professionele verkoopsruimte en aan een fabriekshal van voldoende omvang en uitstraling. Een industriegebouw nog voor de term wordt uitgevonden. Zo arriveren we in het jaar 1200. Woensdag 1 maart, om precies te zijn.
Hoeveel werd er niet geschreven en verteld over varende vrouwen, ’t is te zeggen spoken of heksen, onder de gedaante van vrouwen, die over de aarde zweven of varen, zo snel en zo zacht, alsof zij de grond niet aanraken. Soms veroorzaakte hun stille vaart draai- en dwarrelwinden, die straten ver meedraaien. Vandaar kregen die draaiwinden, die zand en bladeren al wemelen omhoog drijven, de naam van varende vrouwen.
Mijn buur is een gaai De mooiste herberg van de stad Diksmuide was zeker ‘De Papegaai’, op de hoek van de Grote Dijk en het Begijnhofstraatje, waar nu G. Myny en G. Hardy wonen.