Verleden jaar stonden we hier allemaal op dezelfde plek rond de kiosk ter gelegenheid van de bruiloft van Camielten en Sidonieken. ’t Was een schoon feest met vele plezier en leute. Achteraf zijn ze gaan huizenieren in de patronage. Ze moeten ’t daar goed gesteld hebben, want kijk, een jaar daarna en ze staan hier weer met een ZOON!
Eggewaartskapelle is een parochie van goede en vruchtbare landen en bovendien een goede plaats om te wonen. Dat heeft veel te maken met de aanwezigheid van hout en bomen, zo middenin de parochies van het Bloote. Daarom is ze altijd goed voorzien van jachtwild.
Binnen de jaren 1793 en 1794 plunderden de Franse republikeinen deze kerk, die als één van de schoonste van het bisdom van Ieper gehouden werd. Ze gebruikten het gebouw gedurende elf maanden voor kazerne, paardenstal en beenhouwerij. Ze vernielden en verbrandden al de meubelen, als de boisering, predikstoel, biechtstoelen en altaren, terwijl ze de sacristie voor gevangenis hielden.
Wanneer de burg van Leisele gesloopt werd staat nergens vermeld. In de beschrijving van Pauwel Heinderycx staan er echter genoeg gegevens, waardoor we de verdwijning van de burg bij benadering kunnen bepalen. Voornoemde schrijver schreef zijn kronieken in de 17de eeuw. Dus weten we met zekerheid dat de burg er toen niet meer stond. Mogelijk was deze in verval geraakt en op het einde van de jaren 1500 afgebroken.
De burg van Leisele is een leenhof, gehouden van de Burg van Veurne. De eigendom strekt zich uit voor 28 gemete, (zowat 12 hectare), benevens nog 15 achterlenen. P.P. Heinderycx omschrijft in de 17de eeuw de heerlijkheid als volgt: ‘hier is een leenhof, genaemt Den Burgh van Leysel, behelzend het fonsier in 28 gemeten daervan gehouden 16 achterleenen, gehouden van den Burgh van Veurne, gelegen suyt van het kerkehof, waerop datter jegenwoordigh staet een schoon huys met groote grachten rontom, welke d’inwoonders van de prochie ‘Het Kasteelken’ naemen, alwaer de 45 proprietarissen van alle tijdens gewoont hebben.
Wulverynghem is een houtlandsche prochie, saevellanden ende hooygras, vetteweyden, die alle goede landen syn, alwaer anno 703 woonde eenen machtighen ende rycken rudder ghenaemt Wulferius, van wie dese prochie haere naeme heeft ende is naer syne naeme ghenaemt gheweest Wulverynghem, synde het woort hem te bedieden in de oude vlaemsche taele stede ofte woonplaetse, welcke naeme dese prochie sedert dies altydt ghehad heeft.
Bij laagtij lag het eiland, of schiereiland, genaamd Leisele, op een paar vertakking na over Roesbrugge en Stavele, door zeewater omgeven. In ditzelfde werk lezen we dat de rivier ‘De Saltanava’ ontsprong op de hoogvlakte van Leiseleen vloeide in de richting van Hoogstade en Alveringem.
23 augustus 1328 In de winter van 1323 braken hier in onze gewesten vrij erge onlusten uit. Eerst in het Brugse Vrij en onmiddellijk daarop in de streek van Veurne en Bergues. Het was niet uit ellende dat de Vlamingen naar de wapens grepen. Het was een opstand van vrije kloeke boeren, van kleine eigenaars, van pachters en zelfs van eenvoudige landarbeiders.
1651 – Onze gemeente heeft ook veel te lijden gehad tijdens de inval der Franse legers, om België aan de heerschappij van de koning van Spanje te onttrekken. In de zomer van 1651 legerden te Leisele twee regimenten Duitse soldaten en einde oktober van hetzelfde jaar drie regimenten Lorreinen, met het regiment van Don Louis Poenega, benevens de Compagnie van de luitenant-generaal.
Boudewijn de imperialistische trekjes geërfd van zijn voorouders. Als hij de kans krijgt om aan de oostelijke kant van de Schelde een gebied te verwerven ter grootte van zijn bezit aan de Westelijke kant, waarom zou hij dan nog twijfelen?
Vlaanderen is ingedeeld in gouwen Sinds de Franken van Karel Martel, (door hem de Karolingische […]