Het jaar 1382 loopt op zijn einde. Het slechte weer van het winterseizoen noodzaakt de […]
We leven in 1583. Het nieuw regime van Willem van Oranje blijkt een misbaksel vanjewelste. […]
Zondag 5 oktober 1578. Al van in de vroegte trekt er heel wat volk naar […]
Een goede voorspelling 12 september 1793. Rond 15u begonnen de Fransen sterk op te komen […]
Anno 1911, op de 8ste juni, donderdag en Hemelvaartsdag, tegen de avond had de vrouw […]
Hij komt van Kanegem betekent zoveel als: hij weet alweer van niets. Volgens een oude […]
Het Werviks Wervik is een grensstad sedert 1713 en ligt ook aan de taalgrens. Daardoor […]
31 juli 1579. De laatste levensdag van Mathieu Hoves, een 18-jarige jongeling uit het vendel van de kolonel en de hoogbaljuw. De jongen is afkomstig van Wulveringem.
Woensdag 25 augustus 1858, omtrent kwart voor negen ’s morgens, heeft een onverwachte bliksem het toppunt van de kleine toren in het midden van de Sint-Maartenskerk staande, geslagen.
Jan van Dadizele was begerig van die twee weldaden aan zijn eigen heerlijkheid te bezorgen en hij kreeg van zijn opperheer Filips de Goede een brief van inrichting van jaar- en weekmarkten. Die brief werd gegeven te Brussel in de junimaand van 1462. Hij was geschreven in het Frans en is in onze Franse druk voortgebracht.
Petrus Demeyere, koopman, wonende de Bruul 55 te Moorsele, kwam zaterdag 10 oktober 1946 per rijwiel naar Menen en bezocht er enkele herbergen.
In het jaar 1913 in de zomer had men de vijver beginnen herstellen en vermeerderen. Het was een grote onderneming. In 1913 had men niet veel kunnen verrichten. In de winter niets. Men herbegon in de lente 1914 maar voor de oorlog kreeg men veel te weinig werkvolk (omdat de lonen ingevolge de arbeid niet zeer groot waren.
Dinsdagmorgen rond vijf uur en half stond de autobus van Lenoir Emiel van Geluveld, die werklieden vervoert naar de fabrieken van Frans-Noorden, op de rechterkant van de baan Ieper-Menen rechtover de herberg ‘De Volksvriend’
Filips van Artevelde stelt zich aan het hoofd van 9.000 Gentenaars en vertrekt uit zijn thuisstad. Een gelijk aantal volk van het Vrije, de Vier-Ambachten, Geraardsbergen, Aardenburg, Damme, het land van Waas en uit andere gewesten komt zich bij hem aansluiten. Samen met zijn leger bij Oudenaarde beschikt hij nu over een leger van 40.000 vechtbare mannen.
In 1997 waagde historicus A. Dewitte zich aan een vertaling van een handschrift uit 1531. Het werd geschreven door een zekere Jacob de Meyere die zichzelf omschrijft als zijnde een ‘historiograaf’. Zijn oorspronkelijk werk draagt de titel ‘Flandricarum Rerum Libri X’. Het is een heerlijke tekst die op ongeziene manier vertelt hoe Vlaanderen er in zijn puberteit moet uitgezien hebben!
Men zal zich nog herinneren de schrikkelijke misdaad, gepleegd op de avond van 14 januari, langs de steenweg van Geluwe naar Dadizele, op Delrue, werkman in de gaz te Menen. Deze voorbeeldige werkman, vader van zeven kinders, werd op weg naar zijn huis, rond 7 uur ’s avonds, verraderlijk aangevallen en ’s anderendaags dood gevonden in de sneeuw
De scheldnamen in het Iepers kwartier zijn zeer uiteenlopend van aard. Welke is de meest gangbare uitleg? Een in het oog springend lichamelijk kenmerk van één persoon of hoogstens van enkele inwoners maakt dat er te Stavele sinds eeuwen rostekoppen en te Mesen dikkoppen wonen.
De aanleg van de weg Ieper-Menen