Het jaar 1382 loopt op zijn einde. Het slechte weer van het winterseizoen noodzaakt de […]
Ieper 12 april 1578. Er bereikt ons een kwade mare uit Grevelingen. De gouverneur van […]
12 juni 1917. Wat een schouwspel moest het dezer dagen geweest zijn van op de […]
9 juni 1917, zaterdag. Het terrein dat onze troepen veroverd hadden tijdens de Slag om […]
Anno 1917, op de 7de juni, donderdag. Volle maan en een prachtige zomernacht. Het eerste […]
Hij komt van Kanegem betekent zoveel als: hij weet alweer van niets. Volgens een oude […]
Mesen Ons dorp heeft dezer dagen een van die gebeurtenissen gezien, die verre zijn van […]
Anno 1776, op de 20ste augustus, is zijn hoogwaardigheid Felix De Wavrans, met mijnheer de voogd Carton en de fiskaal van Brussel naar de koninklijke abdij van Mesen gereden om bij opdracht van onze koningin van Hongarije al de religieuze nonnen af te danken.
18 april 1579. Al bijna drie weken niet meer geschreven in mijn dagboek. Privé had ik wel wat verwikkelingen te verwerken maar dat gaat jullie geen barst aan. Dat is iets tussen Lizelot en mijzelf.
De geschiedenis van de middeleeuwse stadsontwikkeling is precies een slagveld dat bezaaid is met nogal wat kadavers. Tussen de jaren 900 en 1350 groeit het aantal inwoners in Vlaanderen spectaculair.
Gy donkel – gy liefhebber Bê ja! Wel ja!
Bejipt – kwaad lastig
Beyte è bitje – wacht een ogenblik
Bré-ege – breister
Zoals bekend, gingen de belangrijkste foren van Vlaanderen door te Sint-Omaars, Dowaai, Gent, Rijsel, Mesen, Ieper en Torhout. Wat aan deze vier laatste steden gemeenschappelijk is, is dat ze pas op het einde der 11de eeuw opdagen en dat ze al van meetaf aan een bloeiende foor bezitten.
Maandag was het de beurt aan Mesen om het gedenkteken in te huldigen ter nagedachtenis van het ‘Londen Scottish Regiment’. Dit beroemde regiment heeft zich in de gevechten bij Mesen-Wijtschate met roem beladen.
De periode tussen de jaren 96 en 180 betekent een bloeiperiode voor de Romeinen en wordt als “de gouden eeuw van de Antonijnen” omschreven. Bij gebrek aan eigen nakomelingen kunnen vijf opeenvolgende Romeinse keizers één of twee zonen als opvolgers adopteren.
Daagt in de geschiedenis op als een grafelijke villa, de ‘villa Mecinensis’. Er was een grote foor, te danken aan de uitzonderlijke ligging. De foren van Vlaanderen gingen door te Sint-Omaars, Dowaai, Gent (de oudste), te Rijsel, Mesen, Ieper en Torhout. Deze vier laatste dagen op tegen het einde van de 11de eeuw. Ze zijn van meet af aan een bloeiende foor. Ze liggen alle vier ten westen van de grote verkeersader van Vlaanderen, de Schelde en vormen een westelijke economische as, parallel lopende met de Schelde en ze hangen eerder af van Brugge dan van Gent.
Aan het noorden de haven van “Brielle”, waar de Iepere de stad bereikte en in het zuiden de nederzetting van het Saelhof, waar het water uit de Leie de stad bevloeide. Het lijkt een logische gevolgtrekking van het afzonderlijk ontstaan van het St.-Maartenskwartier met zijn castellum (de 3 toren kasteel) en het Sint-Pieterskwartier rond het haventje en de aanlegsteigers van het Saelhof.
De transacties en de eigendommen van de holding worden ten persoonlijken titel bevestigd door niemand minder van graaf van Vlaanderen Boudewijn. Het is duidelijk dat éénzelfde familie al eeuwenlang de plak zwaait en zal blijven zwaaien over de hele regio tussen Ieper en Roeselare. Met de komst van het kapittel is er echter één zaak veranderd: de eigendommen zijn ditmaal officieel bevestigd door kerk en staat. De taksen en tienden op alle opbrengsten in de regio worden nu officieel naar de familie van Rolleghem gekanaliseerd. Onder het voorwendsel van het christelijk geloof en onder druk van de eeuwige verdoemenis in de hel.
In de hoge middeleeuwen geldt nog steeds het Germaanse principe: de beklaagde moet zijn onschuld bewijzen! Hij wordt als schuldig beschouwd zolang hij geen bewijs van zijn onschuld kan voorleggen. Meer en meer laat de kerk zijn invloed gelden in de barbaarse rechtspleging. In de 14de eeuw zijn die barbaarse principes al helemaal omver gesmeten. De betichte is zolang onschuldig tot dat de aanklager zijn schuld op een klare manier heeft kunnen bewijzen.
Rechtstreekse beledigingen aan het adres van God, de heilige maagd of de heilige kerk zijn taboe. Ook hier velt de vierschaar verschillende vonnissen. Een zekere Meulin Heerbrecht wordt aan de schandpaal gebonden en vervolgens met afgekorte tong voor zeven jaar in verbanning weggestuurd: ‘pour les despiteuses inhonestes et innaturèlez parolez blas fèmes qu il dist sour notre Seigneur Jhesu Crist et de la glorieuse benoite Vierge Marie’. De poorter Eloy Mazin wordt voor 7 jaar verbannen ‘de destourbir le ville des parolles qui dist au contraire de sainte eglise…’. Menselijke Majesteitsschennis.
Kijk eens naar Ieper op vandaag. Waar is het water nu? Aan de noordoostkant zien we het kanaal en de Ieperlee, aan de zuidwestkant de ‘Verdronken Weiden’. De komst van het water in 260-270 was een (afgezwakte) herhaling van wat er zich al had afgespeeld 1000 à 1500 jaar voordien. Het water 5 à 10 meter hoger. Beeld u dat eens in? Alleen de heuvel, de prairie van Ieper, bleef gespaard van het rijzende water. En er waren twee havengemeenschappen. Briel (Breuil) en de omgeving van het Zaelhof en de Zuudstrate (de latere Rijselstraat), niet toevallig nog steeds met elkaar verbonden met de ondergrondse Ieperlee. Zeker al in 270, kijk maar naar de ‘ille’ namen waar we het al uitgebreid over hebben gehad. Hier leefden beslist al mensen 1000 jaar voor het begin van onze nieuwe tijdsrekening.
Boudewijn de imperialistische trekjes geërfd van zijn voorouders. Als hij de kans krijgt om aan de oostelijke kant van de Schelde een gebied te verwerven ter grootte van zijn bezit aan de Westelijke kant, waarom zou hij dan nog twijfelen?