M’ hoort soms de menschen al ‘en keer ruttelen tegen dit en pruttelen tegen dat; en dat ze niet verstaan ’n kunnen waarom op Godswereld dat er moeten luizen bestaan en vlooien, en mieren en muggen, jandorie!
goat da ne kier moet’n zien: je had dat eens moeten zien.
goat goan joat: denk je dat het je lukt, een beetje rustiger daar.