Oostelijk gelegen van het laaggelegen moerasgebied van Ieper en Zillebeke doemen de dichtbeboste heuvels van […]
14 oktober 1917. Zondag. Omgeving Poelkapelle. Vandaag nam het slecht weer even een pauze, hoewel […]
Na maanden van schrijven aan de Derde slag om Ieper hebben mijn helden eindelijk Passendale […]
12 oktober 1917. Vrijdag. Vandaag trokken onze troepen verder op weg naar de hellingen van […]
7 oktober 1917, zondag. De oorlogstaferelen van sinds onze troepen donderdag laatst in de natte […]
Anno 1917, op de 13de december. De 50th Division hielden de frontlijn voor de heuvel […]
Hoe het leven in Passendale er uitzag in 1906, staat te lezen in onderstaand krantenartikel. […]
Mijn vader werd geboren te Zonnebeke in 1844. Hij ging naar school, als men dit zo mocht noemen, tot aan zijn elf jaren. Dus tot na zijn eerste communie. Hij kon dan een weinig in de gazet lezen en wat schrijven zoals men sprak.
Emiel Christiaen en Lescouwier (Bikschote?), twee onverpoosde zoekers, brachten in deze werkwijze een hele ommekeer door het vervaardigen van de microfoon (telefoon met kast, voorzien van een trechter waardoor men spreekt).
In de huizen waar niemand thuis was hebben alles meegenomen wat hun dienen kon, in vele herbergen betaalden ze niet, van hooi en strooi bedienden ze zich naar willekeur en namen een goede voorraad mee. Bij Jules Maerten en bij Hilaire Lievens stalen zij een paard en bij Petrus Braem 1 paard en 2 velo’s.
1297. Gwijde van Dampierre is het spuugzat. Als het niet lukt met overleg en vriendelijkheid dan zal de Fransman het wel moeten voelen. De graaf sluit op 7 januari van 1297 een pact met o.a. de koning van Engeland en verklaart de oorlog van Frankrijk.
Een van de eerste gemeentehuizen stond waar het marktplein nu gelegen is. Het was een herberg en tevens brouwerij. In 1795-1796 werd het herbouwd, veel groter en schoner. Het werd tevens het vredegrecht.
Zaterdagmorgen 25 januari, omstreeks 8u, werd tussen het gehucht ’t Wieltje en Passendale, achter het gedenkteken van ’s Graventafel
De tempeliers hebben in hun bestaan tussen 1128 en 1314 ontelbare sporen nagelaten. Over heel Europa, België blijven op vandaag fysieke en tastbare bewijzen van hun bestaan overeind. De meeste tempeliers zonderden zich af in afgelegen hoeves die door de eeuwen heen de verbeelding van de mensen hebben geprikkeld.
Op de kaart van de Oostenrijkse wegen in West-Vlaanderen staat Passendale niet vermeld dat het toen al geplaveide wegen bezit voor de 18de eeuw. Volgens Jozef Maes in zijn ‘Beselaarse Toponymie’, zou de Provinciebaan Torhout-Wervik slechts aangelegd geweest zijn in 1826. Volgens R. Haelewijn zouden volgende wegen met straatstenen aangelegd zijn:
Uit de geschiedenis van Passendale: wat voorafging… Rond de jaren 1600 waren Boudewijn de Camacker, […]
Ge zou ’t weere aan de katte geven. De tabakkwekers zien af gelijk een paard. Tabak drogen binst dat al de sluizen van de hemel openstaan, ’t is peerdewerk. Nu zijn ze koppig tegen koppig en niettegenstaande het weer dat niet mee wil, toch zal de tabak drogen. Zo komt het dat de tabak gezwind op de wagen en terecht op de asten.
Na zekere tijd kwam Maximiliaan 88, zoon van Frederik III aan het hoofd van ons graafschap Vlaanderen. Maximiliaan kon niet overweg met de oproerlingen. Vandaar bezttingen, boetes, leveringen, kortom al de nadelige gevolgen van een bezetting. Door deze onmenselijke straffen, zoals halsrechting, het heffen van nieuwe belastingen, de waardevermindering van het geld, werd hij door het Vlaamse volk verwnest, vervloekt en gehaat.
Ziehier een uittreksel van dat verslag: ‘sedert lange tijd (1828) de stad Roeselare en de belangrijke gemeente Passendale hebben vele pogingen gedaan om eenen rechtstreekse steenweg te leggen tussen deze twee plaatsen. Altijd hebben moeilijke omstandigheden het uitvoeren belet. Op heden nog ontmoet de stad Roeselare vanwege de gemeente Oostnieuwkerke een volstrekte weigering van tussen de onkosten te komen.’
Vanuit hun haast ondoordringbare schuilplaatsen drongen de Morinen en de Menapiërs het legerkamp van de Romeinen te Roeselare binnen. Een plotse aanval bij de Nerviërs in het jaar -57 was geslaagd, maar Julius Caesar, de beroemde veldheer, had de tactiek van de inwoners door en in een minimum van tijd stond zijn leger (ongeveer 80.000 man) slagvaardig. Ondanks de heldenmoed van de streekbewoners moesten ze terugtrekken tot in de bossen en van daar verder.
In de bib van de Zonnebeekse heemkring stoot ik op een ringmap barstensvol geschiedenis van Passendale. Allemaal het werk van meester Gabriel Versavel. Een golf van respect overspoelt mijn gedachten als ik die massa aan geschreven en getypte resultaten van meester Versavels research besnuffel en betast. Eigenlijk verdient zijn werk gelezen te worden door het publiek van mijn kronieken van de Westhoek. Vandaar mijn beslissing om af en toe eens een deel van zijn werk op mijn website te plaatsen.
Op 12u30 zou de heer Christiaen zijn eerste autoritje maken met zijn chauffeur Ed. Billiet. Van Passendale naar Roeselare, over Moorslede, een afstand van 12 km. Aan het station Moorslede-Passendale, na amper 1 km afgelegd te hebben, moest halt gehouden worden om het kokend water te vervangen.
Zijn eigenlijke naam was Sissen Voorde; hij kwam ter wereld op Passendale, binst een gruwelijke dondervlaag en hij kreeg al wijwater van eer hij gedoopt werd, wijl ’t kraakte buiten, dat het daverde. – Louize, zei Warden Voorde aan z’n wijf, we zullen ’t nooit vergeten, dat we vandaag onzen kadet indeden.