De winter 1381-1382 kondigt zich bedenkelijk aan. De burgers van Gent zijn de miserie en de oproer meer dan moe en ze kijken met beschuldigende vinger in de richting van de Witte Kaproenen.
De Gentse arrogantie druipt er van af. De boodschap wordt overgemaakt aan de Franse koning die zich ondertussen al in Péronne bevindt en die er uiteraard niet om kan lachen. Het enig gevolg ervan is dat er nog een tandje bijgestoken wordt bij de opbouw van de troepenmacht.