De komst van de Noormannen laat een onuitwisbaar spoor na in de geschiedenis van onze contreien. De echo van de ellende die ze aanrichten, blijft lang nagalmen.
Petrus Scriverius verhaalt in zijn Hollandse, Zeelandse en Friesse Chronycke dat er in 1080 zulke strenge vorst heerste dat daardoor de meren en de rivieren in de Nederlanden zo hard toevroren dat Dirk V, graaf van Holland, op het ijs van de Rijn tweemaal slag leverde aan de Friezen, bij dewelke de Friezen 10.000 mannen verloren.
Zoutcote, de zoutkant, later bekend geworden als Zuydcoote, moet al bestaan. In het jaar 121 wordt hier al het christelijk geloof gepredikt. Mardick, de haven en de Romeinse nederzetting. De golf van Itius die de vloot van Caesar herbergt en waarvan de Aa zowat het ultieme overblijfsel van is.