E je frites g’eten tè? Dat zegt men tegen iemand die het vertikt om goedendag te zeggen. En als die man dan vraagt waarom, luidt het antwoord ‘omdat je moend nog toeplakt van ’t vet’.
d’ Er op los goan lijkt Stoffel op ze katte (onbezonnen en geweldig te werk gaan)
Werken gat uit, gat in (zonder orde)
Naaien met ê zoaterdagsteke (rap, zorgeloos en met grote steken)
’t Is zo klaar lik chikezop – een onbegrijpelijk geval
Slapen tot dat de zunne in je gat schijnt – lang slapen
Beter è luus in de pot of geen vet – het is beter dan niets
’t Goat stront regen mè hakskes – ’t Goat mollejoengen regen
Boze wijven en stugge peirden moet men met harde sporen berijden.
Hoe groter de liefde hoe kleinder de sprake.
Schone spraken scheuren geen kaken.
Zelden zal men ontmoeten een schone vrouwe zonder sproeten.
+ E’twieën ze toenge pelen (uithoren).
+ Z’et è karpeltoenge (ze heeft een spraakgebrek)
+ ’t Vier in je roeper hèn (dorst hebben)
‘Van o je sprikt je moend gaat open’ – Al uw verlangens worden schijnbaar ingewilligd.
‘ ’t Is oed vuul’ – Oud nieuws dat terug wordt opgerakeld.
‘ ’t Is è schete in è netzak’ – De zaak wordt deerlijk opgeschroefd.
Het woord ‘stront’ klinkt hard en getuigt binnen de meeste kringen van weinig tact. Daarom heeft de volksmens een uitgebreide reeks vervangwoorden bedacht, die worden opgediept in speciale omstandigheden (bijv. bij het bezoek aan een dokter) of die enkel door een groep ingewijden worden begrepen.
Tijdens de middeleeuwen, wanneer men in de stad de vervelende gewoonte had om de inhoud van de ‘geurende’ pispot over de hele breedte van de straat uit te keilen, was het af en toe een hachelijke onderneming om zich op de openbare weg te begeven.
Wie heeft zich ooit afgevraagd hoe onze voorouders zich schoon maakten van de resten en de sporen van hun ‘achterlijk’ werk?
E n’is te lui om strooi ’t eten.
E n’is te lui datten ze gat opheft.
E n’is te lui om dood te doen.
* Jeuk aan het achterwerk betekent een goed boterjaar.
* In de drek stappen betekent geld.
* Laat de zoutlade niet vallen want dat brengt ongeluk.