Vlaanderen, moet gij weten,was, in de jaren 600 na Christi geboorte, al eene ongelukkige streke; ’t noordwestelijke deel, langs de zee, van aan de brugge over de Reye tot aan den berg waar sint Winnock preêkte, nu Brugge en Winnocksbergen, was het al vladen, vlanden, vlademen of vlâmen, zoo men zegt, dat is uitgestrekte vlakten, bloot ende zonder houtgewas, met kreken, moeren en waterplassen ertussen, overblijfsels van de dikwijls over- en deurspoelende zee.