Als een historie een keer bij de tweehonderd jaar van vader op kind, in de winterse avondstonden, rond de haard van hand tot hand overgeleverd is, ’t en zal niemand verwonderen te vernemen dat die historie hier en daar in kleinigheden gekrenkt, geschonden, en min of meer vervalst is.
Een plotselinge mare heeft als een donderslag onze stad getroffen, en heel de bevolking op striepjes gesteld. Namelijk; monseigneur heeft bevonden dat zekere gekruinde kapel(h)aan hier wonderdaden genoeg verricht heeft en dat hij daarom de volgende beslissing heeft genomen.