Geschiedenisstukken van 1147 en 1208 melden, dat reeds in deze verre tijden, de abten van het Sint-Bertinusklooster van Poperinge het recht hadden om te vonnissen. Dit voorrecht met al de baten en de voordelen uit het ambt spruitende, wierd hun, als heren van de stad, bij gezegelde brief van 26 februari 1620, door de aartshertogen Albrecht en Isabella hernieuwd en bevestigd in hoog- middel en nedergerecht.