‘De volksgeneeskunde is zo oud als de mensheid, zij spruit voort uit het ingeboren streven naar zelfbehoud. De eerste vorm van geneeskunde was deze waarin de mens zijn heil zocht in geneesmiddelen, die hij meende te vinden in de natuur en in de bovennatuur, in het bijgeloof.
WRATTEN EN WORTEN verwijdert men door gebruik te maken van het sap van een melkplant met kleine blaadjes, welke men op een kerkhof plukt. Na twee dagen zijn de wratten verdwenen. Men wrijft de wrat ook in met een stuk varkenshuid, deze brok stopt men dan in de grond. Wanneer de huid is opgeteerd, is de wrat verdwenen.
Om wratten te verdrijven moet men de kern van een noot nemen, de wrat er mee inruischen (wrijven), daarna de kern terug in de schelp doen, die toebinden en in ‘nen zwalmenest (zwaluwnest) leggen. Men moet echter zorgen dat de twee schalen van de noot en ook de kern ongeschonden blijven.
Sieljadoine werd en wordt nog gebruikt te lande tegen worten (wratten op handen en vingers). Men nam een stengel sieljadoine, brak die af en streek het bruingele melkachtig sap op de worten, driemaal daags.