De Kruisstraat is nog niet gebombardeerd. Maar een, verschrikkelijk schouwspel levert ons de stad Ieper. Ieper heeft veel meer geleden dan ik dacht. Veel huizen zijn helemaal weg, andere half, weinig die volstrekt niets geleden hebben. En toch is er alweer leven in Ieper, veel volk en veel soldaten bijzonderlijk sedert een maand van hier.
1 april 1915, donderdag. – Witte Donderdag. 350 communies. Het Heilig Sacrament. wordt uitgesteld tot ’s middags. Nog al enige personen komen aanbidden.
Om 12u30 ga ik met Mr Van Temsche naar Ieper. Wanneer we aan het Hemelrijk waren ontploft een schrapnel aan Café Français. Toch wagen we het langs die weg voort te gaan, en gelukkiglijk we zijn geen bommen meer gewaar. Het is de weg die het gevaarlijkste is van de reis: tussen Krommenelst en exercitieplein. Wat is de streek toch verwoest, bijzonderlijk rond het kasteel van Mr Verschoore en de weide erover. Het is al de ene put tegen de andere. Sommige vreselijk groot, hoornen zijn afgeslegen en in sommige plaatsen steken de riggels van de tramlijn 5 tot 6 meter hoog.
De Kruisstraat is nog niet gebombardeerd. Maar een, verschrikkelijk schouwspel levert ons de stad Ieper. Ieper heeft veel meer geleden dan ik dacht. Veel huizen zijn helemaal weg, andere half, weinig die volstrekt niets geleden hebben. En toch is er alweer leven in Ieper, veel volk en veel soldaten bijzonderlijk sedert een maand van hier. Er vallen nu maar weinig bommen in Ieper. we doen een bezoek bij Z.E.H. Deken die heel genezen en moedig is. St-Maertenskerk heeft zeer veel geleden en zal moeilijk kunnen hersteld worden. Ze is gesloten. De soldaten immers gingen er te veel op zoek naar ‘souvenirs’. De halle is een weinig beter gesteld. In St-Niklaas worden de diensten gedaan voor 2 parochies. Deze heeft enkel een bom gekregen in de gevel. Wel volk was in die kerk om te aanbidden.
De paterskerk is nog ongeschonden, ook St-Jacobskerk, St-Pieters heeft een bom gekregen. Het college is nogal wat beschadigd maar heeft toch niet veel gebrand. Nog een bezoek naar het zothuis der vrouwen. De zotten (zijn) reeds verhuisd tijdens het eerste bombardement en zijn in Frankrijk. Daar is nu een grote Engelse ambulance, ook ambulance der Belgische artillerie. Ook een groot hospitaal voor tyfuslijders. Nog 2 waren er van Dikkebus. E. H. Callens, onderpastoor van St-Niklaas was er aalmoezenier. Rond Kerstdag werd het zothuis hevig gebombardeerd. Eens stond een groep van 13 personen de verwoesting te bezien welke een bom de voorgaande dag verricht had, toen al met eens een grote marmiet op hun toekwam. Allen werden in den grond geslagen, en helaas 11 op den slag dood 1 gekwetst en Mr Callens de enige die er ongedeerd van af kwam. Mr Callens vertelde ons dat reeds te minste 300 burgers in Ieper door de bommen waren omgekomen. Mr de deken verzekerde hetzelfde. Nu vallen er op het zothuis geen bommen, maar vele in het gebuurte.
De soldaten die men in Ieper ziet, zijn 2/3 Frans en 1/3 Engels, ook enige Belgen. Langs de kant van Vlamertinge en aan het kasteel van Mr Vandenpeereboom zijn het nog al Fransen.
2 april, vrijdag. – Goede Vrijdag. De arme mensen komen wel op om de melk en zijn zeer content. De melk immers is zuiver en dat is iets dat zij in het algemeen niet gewoon zijn.
3 april, zaterdag. – Paasavond. Dienst van 6 tot 8 uur. Zeer veel wijwater gevraagd. Gedurig komen nog vele personen om zich te laten vaccineren.
4 april, zondag. – Hoogdag van Pasen – 350 communies. Om 9 ure militaire mis waarin weinig soldaten. Reeds zijn een 40 Belgische soldaten te communie geweest. Nogal enige mensen van Kemmel komen hier hun Pasen houden, daar immers zijn geen priesters het huis. Nog meer gaan naar De Klytte. Om 3 ure plechtig lof. In den achternoen vallen bommen bij Jules Forceville.
5 april, maandag. – Slecht weer – kalme dag. De Engelse ‘St-Johns Society’ brengt 3 grote pakken kleergoed in mijn huis, meest hemden om uit te delen aan de behoeftigen. Deze worden in de eerste dagen uitgedeeld en zijn zeer welgekomen. Gisteravond zijn bommen gevallen te Vlamertinge.
6 april, dinsdag. – Rond 10 uur vallen bommen aan het Hallebast. Reine Ghys die op de kalsijde was wordt lichtelijk gekwetst aan haar voeten. Overal zijn minder soldaten dan gewoonte omdat sedert enige dagen er zoveel in Ieper zijn. De prijs wordt uitgeplakt der winkelwaren. Het is nodig want het was schandalig hoe er gestropt werd. Men is ook zeer streng voor het verkopen der korte dranken. Vele Engelsen gieten een druppel cognac in hun bier wanneer zij eraan geraken. Twee herbergiers worden om die reden een proces aangedaan en aanstonds de herberg voor 14 dagen gesloten. Later zal het voor het tribunaal komen.
7 april, woensdag. – In de voornoen. en ook in de achternoen vallen bommen aan het Hallebast. Om 2u30 valt een grote midden het huis van Desmarets (het kasteeltje) 1 soldaat werd gedood en 3 gekwetst. Ze viel te midden in de keuken, gans het dak en zoldering vernield, het was een geluk dat op dat ogenblik niet meer soldaten in huis waren. Bommen vallen op ook rond St-Jacobs te Ieper, wel 25 burgers gedood.
8 april, donderdag. – Alweer vallen bommen op Ieper. De tyfus is gelukkig in het afnemen op onze parochie. Van heel de week heb ik nog geen berechtingen gedaan.
9 april, vrijdag. Geen bommen vallen op Dikkebus. Sedert 3 of 4 dagen hoort men veel geschut langs Boezinge ook verder Diksmuidewaarts. Naar we vernemen is er veel gevochten geweest op het Belgisch front.
10 april, zaterdag. – een bom valt in de achternoen aan het Hallebast en een soldaat wordt zijn been afgeslagen. Meester Nollet doet voorlopig de dienst van gemeenteontvanger. M. Henri Mahieu is sedert 18 november te Watou. Veel volk te biechten voor Pasen. Voor de soldaten duurt de paastijd tot Sinksen.
11 april, zondag. – Voor de hoogmis vallen 3 bommen en tijdens de hoogmis 3 rond de hofsteden Vandenbroeke, waar een paard doodgeslagen wordt, Claeys, Dalle. Het waren angstige ogenblikken in de kerk die vol volk zat. Om 9 uur soldatenmis. Reeds 2.200 communies zijn uitgedeeld tijdens den paastijd.
12 april, maandag. – In de voornoen vallen schrapnels tussen Halle bast, Millecruysse en Van Eeckens molen. Veel vliegmachines. In den namiddag heeft een Duitse bommen geworpen op Poperinge: 6 doden, tenminste 20 gekwetsten. De onderpastoor van Voormezele nu dat het meeste paaswerk gedaan is vertrekt naar Veurne. De suikerijboonen gelden 62fr het 100 kilos voor wie ze aanstonds kan leveren. Tegenwoordig zijn er reeds Engelsen op al de parochies van het Poperingse, uitgenomen Elverdinge, Oostvleteren waar nog Fransen zijn.
13 april, dinsdag. – In de nacht rond 12 uur is een Duitse Zeppelin boven de parochie gevaren. Kwam langs Vierstraat, Dikkebus-dorp, Vlamertinge-dorp, Potente, Klytte, Scherpenberg, Belle. Verscheidene burgers hebben het luchtschip gezien. Vervaarlijk gerucht, de soldaten schoten ernaar met hun geweren. De Zeppelin heeft bommen geworpen op de tenten bij Celeste Planckeel aan het kapelleke, 15 op Vlamertinge, 5 op Scherpenberg, verscheidene op Belle. Er zijn bommenputten van 2 mannen diep. Er zijn 2 grote kanonnen geplaatst in de haag bij René Doom. Deze namiddag hebben ze veel geschoten. Dezen namiddag heb ik ook een wandeling gedaan over de vijver. Welke verandering? Alles draagt de sporen van de oorlog, brand en bommen. Men ziet er heel wel de laatste rij tranchées langs de oude straat Ieper-Kemmel. Op de hofsteden Goudeseune is er niemand meer het huis, enkel Petrus Leroy en Polydor Desmet. In de avond geweldig geweergeschut. Sedert zaterdag komt hier elke dag een facteur vluchteling van Waasten: zo worden we opnieuw bediend door de post: hetgeen lange tijd zeer onregelmatig ging. Zo kan ik nu alle dagen de gazet lezen.
14 april, woensdag. – In de voornoen niets bijzonder. In de namiddag enige bommen rond Hallebast.
15 april, donderdag. – Om 11 uur ’s nachts buitengewoon geweldig geschut, kanon, geweren al om ter hevigst. Het duurt een uur. De Duitsers hebben de lste lijn tranchées van de Engelsen doen springen. Het was een verschrikkelijke ontploffing. Weinig doden, maar zeer veel gekwetsten. Wel 70 werden naar de ‘poste de secours’ van de Engelsen gebracht. Buitengewoon schoon weer. Nog Franse soldaten komen toe en passeren door Poperinge.
16 april, vrijdag. – In de namiddag ben ik naar Ieper gegaan achter de H. Olie gewijd door de bisschop van Boulogne en die door bemiddeling van de deken van Veurne naar Ieper gebracht werd. Weinig verandering sedert mijn laatste bezoek: wat minder soldaten. De evenredigheid is 10 Engelsen tegen 1 Belg en 1 Fransman. Ik moet een omweg maken omdat veel bommen vallen aan Vijver en Krommenelst. Ik heb enkel een hofstede gezien waar nog Fransen waren. Langs de Vlamertingestraat deed een brigade Canadezen haar intrede in Ieper. Muziek aan het hoofd, de mannen stapten fris en moedig. Het was immers de eerste maal dat ze met de vijand gingen kennis maken. Helaas reeds toekomende week zullen ze den vreselijkste slag moeten leveren, die hier tijdens 1915 gebeurd is, en zovelen zullen vallen onder het vuur, het zwaard en het vergif van de vijand.
17 april, zaterdag. – Altijd schoon weer. Rond 4 uur ’s namiddags vallen bommen in de vijver, in de hof van Henri Houwen en bij Henri Dewilde. Het is naar de kanonnen aan het hof van Doom dat ze schieten, deze zijn ontdekt door de vliegmachines en zullen dezelfde nacht nog vertrekken. Om 6 ure wordt een kolonel begraven doodgeschoten in de tranchée van Voormezele. Om 7 uur beginnen de Engelsen al met eens een attaque langs de kant van Zillebeke. Het is al een gedonder van het verschrikkelijk geschut. Zo duurt het heel de nacht tot ’s ochtends 6 uur Belgische en Engelse kanonnen hebben niet gezwegen.
18 april, zondag. – 9 u. soldatenmis door pater Gill Jezuïet, almoezenier van de 5de divisie. Hij heeft zijne studies gedaan te Leuven en spreekt zeer wel Frans. Hij verblijft in de hutten van de Canada. Einde van den paastijd, vandaag waren er nog 40 paascommunies. Op het hof van Cyriel Lamerant wordt er mis gedaan door Belgisch almoezenier pater Peeters, missionaris van het H. Hart. Elverdinge en Ieper zijn gisteren en vandaag nogal gebombardeerd geworden. Om 7 uur lof voor de Engelsen, 200 waren tegenwoordig. Allengskens herneemt hier het gewoon leven voor zoveel het kan: de zondag beginnen de mensen op estaminet te gaan. Om 6 uur ’s avonds weerom attaque van de Engelsen. Volgens men zegt hebben de Engelsen gisteren en vandaag 3 tranchées genomen, de eersten hebben ze doen springen, 20 Duitse krijgsgevangenen zijn dezen morgen door Ieper getrokken.
19 april, maandag. – Nogal geschut tijdens den nacht. Paascommunie gedragen langs De Klytte, Reningelst, Kemmel naar 7 zieken. In de voornoen vallen schrapnels rond Jules Verschelde. Om 1 uur vallen plots bommen op de plaats. Tenminste 17 op een half uur tijd. Het huis van Camiel Gontier, herberg ‘Risquons-tout’ wordt half ingeslagen. Nochtans geen ongelukken, hetgeen een wonder mag heten. De bom viel in de keuken, waar niemand in was, terwel de herberg ernevens vol soldaten was. Een andere valt voor het huis van Edmond Verschaeve aan de boord van de put, al de ruiten uit van het naaste gebuurte en veel pannen van de daken. Verder valt 1 in de weide achter Aug. Hennin, achter het Paradijs, 3 bij Justin Gontier en verscheidene in de weide van Justin Thevelin. De bommen waren niet zeer groot, enkel 115 ctm en putten van 3 tot 4 kubieke meters. Stukken ijzer, kleine en grote vlogen in grote vlagen de plaats rond, verschillende op mijn dak. De burgers vluchtten weg enige minuten van de plaats en wanneer de vlaag over was kwamen ze weer. 3 soldaten werden gekwetst aan het Klein Brussel, maar geen burgers.
Nauwelijks was het gedaan op de plaats of men begon geweldig te bombarderen aan de Razelput, tenminste 20 bommen in een kwartier, maar veel meerdere, allen op en naast de gravier. Op een uitgestrektheid van omtrent 12 are, heb ik 14 grote putten geteld. Aardig die putten, de aarde wordt overal rondgesmeten en rond de put vindt ge enkel aarde genoeg om misschien het 7ste deel ervan te vullen. Om 2u15 was alles weer kalm. maar het volk had de schrik in het lijf en iedereen vroeg zich af ‘zou men dus weerom beginnen ons dorp bombarderen?, Mogen we ons morgen aan geen nieuwe bommen verwachten?’ Morgen zullen enige mensen het dorp verlaten en een veiliger verblijf zoeken. Om 3u30 bezoek van E.H. onderpastoor van Reningelst, pastor van D Klytte en E.H. Delanghe. Vandage hebben we gehovenierd, het is wat later dan andere jaren, maar wat wil men. En we vragen ons af of we wel zullen maaien wat we zaaien. Aardig bij de Engelsen, ze zijn zeer proper ; wassen en scheren zich hele dagen en nochtans zitten ze vol luizen, en wanneer ze hun hemden hangen te verzonnen pas op van niet te dicht te gaan.
20 april, dinsdag. – 2de toer der generale berechting, overige der parochie: 15 zieken. In de namiddag houd ik lering voor de kinderen, waarna biecht en morgencommunie. Daarna doe ik een berechting in het pavilioen, op het grondgebied van Voormezele. Ieper wordt op dat ogenblik verschrikkelijk gebombardeerd langs twee kanten met de keer. De kanonnen van Poelkapelle bombarderen de markt en de Diksmuidestraat; deze van Hollebeke de statie. Aan café Français kan ik het bombardement bezien. Gedurig zendt de vijand van zijn grootste marmieten. Wat voor een vervaarlijk gehuil! Welke verschrikkelijke ontploffingen! Welke helse rook! Zeer veel soldaten trekken naar de tranchées. Voorzeker hebben ze reeds een groote mars gedaan want ze zien er zeer vermoeid uit, zij gaan door Vijverstraat en Vijvermeersen. Van nu voort zal er veel gebruik van die weg gemaakt worden.
21 april, woensdag. – De gazetten melden de uitslag van de gevechten van zaterdag en zondag. Deze zijn zeer voldoende, de Engelsen hebben zich meester gemaakt van een heuvel bij de vaart van Komen (cote 60) en 4 Duitse officieren en 45 soldaten zijn krijgsgevangenen. Woesten is dezer dagen ook gebombardeerd geworden, 4 Duitse vliegmachines werden dezer dagen neergeschoten in Vlaanderen. Gedurig hevig bombardement op Ieper. In de namiddag vergadering in mijn salon van generaal en de bijzonderste officieren. Gevluchte landbouwers van de Vierstraat gaan zonder laisser-passer hun tabak halen en de zaak lukt. Maandag is de vlieger Garros neergedaald te Ingelmunster en in handen gevallen van de Duitsers: hij had reeds 4 van hun machines neergeschoten.
22 april, donderdag. – In den nacht veel geweergeschut. Opnieuw veel bommen op Ieper. Op het hof van Emiel Comyn staan 2 auto-kanonnen om naar de vliegmachine te schieten. Vandaag doen ze veel werk want de lucht is nooit zonder vijandelijke vliegtuigen.
Deze namiddag doe ik met E.H. Proost van De Klytte een wandeling naar Kemmel. Ik krijg geen laisser passer te Dikkebus maar slaag er in een te verkrijgen op De Klytte. We hebben een verrekijker gekregen van een officier en zo trekken we op. Het weer is prachtig. Hier en daar op de hoogten blijven we stilstaan om de oorlogslijn in aanschouw te nemen. We hebben de vechtlijn reeds wat bestudeerd op de fotografiën getrokken uit vliegmachine van de tranchées die door een generaal op De Klytte achtergelaten werden. Op 5 minuten van de plaats heeft men een prachtig gezicht op de tranchées. We zien de plaats van Wijtschate, het gebombardeerde gesticht en kasteel van Godtschalk, Hollandsche schuur allen bezet door de Duitsers. De Duitse tranchées nog beter dan de Engelsen zien we zeer wel, ook een Duitse ‘boyeau de communication’. Alles zien we alsof we erbij waren, maar in heel die streek nergens iets dat roert, noch mens noch beest. Alles leeft en werkt in de grond.
Klooster heeft weinig geleden van de bommen maar is zeer vermoord door de soldaten. Pastorie is wel bewaard. De kerk heeft enkel een bom gekregen achter het hoog altaar, door de muur gedrongen en ontploft binnen de kerk. Het kasteel heeft enkel een bom gehad, het zit wel verdoken bachten de hoornen. maar erger is het overige van de plaats. Weinig huizen die door de bommen niet merkelijk beschadigd zijn. 1/5de van de huizen zijn heel weg en 1/3de onbewoonbaar. Enkel 70 mensen van de plaats zijn thuis. Er waren maar weinig soldaten te Kemmel. Er was een Belgische, Engelse en Franse gendarmerie. De generaal was in het kasteel. We wagen ons tot aan de Polka, maar op enige stappen van daar worden we weggezonden. Niemand mag daar nog thuis zijn, men is daar op minder dan 2 kilometer van de vijand. We doen een bezoek bij koster en pastoor. Mr pastoor is sedert enige dagen te Kemmel, hij leest mis ’s morgens om 6u30.
Er hangt uitgeplakt dat van zondag tot dinsdagmiddag alle bewoners zich moeten binnen huize houden. Waarom, dat wordt niet gezegd. Bezoek aan het Engels kerkhof naast het kasteel, wel 300 tot 400 liggen er begraven. Zeer schone graven, bloemen en planten om de graven te versieren vindt men in overvloed in het park en serren van het kasteel. Nu en dan schieten kanons boven ons die staan op kwart of 20 minuten nader De Klytte of Loker. Ik ben weergekeerd langs de verste palen waar het volk toegelaten wordt. De huizen zijn allen verlaten geweest; maar worden nu terug bewoond hoewel de vijand noch niet ververderd is. Mensen zijn thuis tot op den naaste kant van de kalsijde.
Sommige boeren bewerken hun land tot op een kilometer van de bezette Engelse tranchées. Gelukkig dat ze in de laagte te werken en zo maar moeilijk kunnen gezien worden, anders waren ze in gevaar van ieder ogenblik door een kogel neergeveld te worden. Reeds volk van Kemmel is door de kogels gedood. Vele inwoners hebben vensterluiken, tafels, bedden, kasten door de kogels doorboord. Wat arm en angstig leven! Veel tranchées zijn in die streek gedolven ten allen kante. Ik passeer voor 2 batteries grote Engelse kanonnen en kom uit op de gravier bij het hof van Marcel Verschelde. Nauwelijks om 7u was ik op de gravier of wat geweldig geschut hoor ik langs de kant van Langemark, Boezinge, het houdt allemaal aaneen. Avond en nacht voortdurend hetzelfde geweld. In den avond zelf hoort men reeds aardig nieuws.
23 april, vrijdag. – Helaas het nieuws is nog slechter dan eerst verteld werd. Te Langemark, Steenstraete en verder langs de kant van St-Juliaan hebben de Duitsers een verraderlijke aanval gepleegd en voor de eerste maal in onze streek hun toevlucht genomen tot de vergiftigde gaze. Helaas, nooit hadden onze soldaten dat verwacht en niemand was er op bereid. De eerste rangen vielen onder het vergif van eer ze de tijd hadden om zich te verweren, anderen sprongen uit hun tranchées en voor zoveel het hun toestand toeliet wilden zich verdedigen, maar werden weggemaaid door de mitrailleusen van de vijand.
Anderen nog ziende dat er geen middel was van verweer namen de vlucht velen ervan vielen verstikt langs de weg; anderen konden eindelijk op een plaats geraken waar de lucht wat menselijker was en stelden zich daar in staat van verdediging. Anderen nog helaas onder de indruk van het laf verraad en half vergeven vluchtten voort en ijlden als waanzinnigen de dorpen in, met de roep: ‘Verraad! Vergif! de Duitsers!’ En intussen het regende bommen en schrapnels op heel de streek van Langemark, Boezinge, St-Juliaan en St-Jan tot zelfs in Ieper.
Ook de burgers die in die streek nog het huis waren werden de gaze gewaar en ze zagen de soldaten angstig en vluchtend. Wat gedaan? Nee, geen ogenblik hadden ze te verliezen wilden ze aan de vijand ontsnappen. Zij moesten vluchten. Velen zonder volstrekt iets mee te nemen. Sommigen zelfs van het veld weg waar ze bezig waren met werken, zonder de tijd te hebben eerst naar huis te keren. Dieren en goed; alles moesten ze in de brand laten. Het was hoogtijd; de vijand was daar. Landbouwer Vergote van St-Jan liet niet min dan 13 paarden en in de 40 koebeesten achter, landbouwer Vermeulen vluchtte langs de voordeur terwijl de Duitsers aan de achterdeur waren, had zelfs de tijd niet zijn waarden mee te nemen. enigen zelfs hadden de tijd niet van te vluchten, en zo werden verscheidene personen van Langemark, Boezinge en St-Jan door de vijand overrompeld en meegedaan. Maar welke schrik ook in de naburige parochies van Ieper, Brielen, Vlamertinge, Elverdinge waar de vluchtende soldaten en burgers kwamen toegestroomd onder de kreet: ‘Vergif, bommen, de Duitsers!’ Wat een akelige mare. Die nacht ging op die parochies haast niemand slapen. Angstig bleef men de dagraad afwachten terwijl voortdurend het kanon donderde altijd maar even geweldig en van langs om dichter.
Ja, de Duitser behaalden een zegepraal, maar misschien wel den schandelijkste welke ze tot nu toe tijdens hun onrechtvaardige oorlog verkregen. Ja veel van onze dapperen; Engelsen langs St-Juliaan, Fransen langs Langemark en Steenstraete, en Belgen verder sneuvelden die verschrikkelijke avond en nacht, vergeven of doodgeschoten, ook velen die in bezwijming lagen doorstoken door het staal van de vijand. Ook zeer velen werden krijgsgevangenen: het waren vooral de Franse Zouaven en de Ieren die reeds zo deerlijk gedund waren door de aanval van St-Elooi in de maand maart. Verscheidene Franse en Engelse kanonnen werden ook buitgemaakt, en de Duitsers geraakten tot bij de dorpen van Boezinge, ook over St-Juliaan tot bij St-Jan. Te Dikkebus zijn geen vluchtelingen noch soldaten noch burgers toegekomen en zo heeft Dikkebus van de schrik van onze nabuurparochies niet gedeeld.
De Duitser zijn door de linies gebroken, en iedereen vraagt zich af wat er nu zal gebeuren? Gelukkig hebben de bondgenoten aanstonds het bevel gegeven van de contre-attaque. Alle reserven werden toegeroepen en de eerste moesten met de bajonet de vijand opvliegen; het is dan dat de schone brigade van de Canadezen die enkel verleden week ingekomen was en in reserve lag te St-Jan de aanval heeft moeten doen. Wonderen worden verteld van hun dapperheid en ze hebben de vijand kunnen terugdrijven tot St-Juliaan en over de vaart van Boezinge. Maar toch zovelen zijn gevallen.
Heel de dag dondert het kanon in alle hevigheid. In de namiddag wordt Ieper meer dan ooit gebombardeerd, de grootste marmieten gedurig ten allen kante van de stad. Van op Dikkebus hoort men hun vervaarlijk geruis. Rond 5u komt de mare dat het college en St-Jozefsgesticht in brand staan. Sedert het begin van november heeft men hier zulk geen tijden meer beleefd. Men spreekt van vele Engelse troepen die moeten toekomen. Hoe eerder ze komen hoe beter, want men vreest dat het zal nodig zijn. Van op het kerkhof bemerk ik dat de toren van Wijtschate nu heel weg is.
24 april, zaterdag. – heel de nacht zelfde verschrikkelijk geschut in dezelfde plaatsen en ook wat meer langs Zonnebeke, Zillebeke. Het geschut vermindert wat in de voormiddag, met de noen wordt alweer heviger en met de avond allergeweldigst. Het gevecht houdt immers nog niet op. De Duitsers doen een nieuwe attaque, kost wat kost willen ze in Ieper geraken. De Engelsen laten ze te Boezinge over de vaart komen en dan vallen er op. Allen die er over waren werden gedood of krijgsgevangen gemaakt. Maar immer veel verliezen van beide kanten. Te Poperinge werden deze ochtend alleen al 1500 Engelse gekwetsten ingebracht.
Het veld dat de Duitsers gewonnen hadden zal hun helaas ook toelaten hun kanonnen te naderen en aanstonds zullen ze die in het werk stellen op de enige stad van België die nog met die moordtuigen geen kennis gemaakt had: op Poperinge. In de voornoen zijn er een tiental bommen gevallen van middelbare grootte. Gelukkiglijk geen ongelukken. maar de schrik onder de bevolking was groot en reeds verscheidene families sloegen op de vlucht. E. H. Dassonville pastoor van Dikkebus is gevlucht naar St-Jan ter Biezen. De mare dat te Ieper de St-Pieterskerk in brand staat. Een Duitse vliegmachine wordt neergeschoten op Voormezele door de Engelse kanonnen van Comyn. In de namiddag zeer veel troepen trekken door Poperinge, Westouter, Ouderdom, Vlamertinge, misschien wel 25.000, waaronder zeer vele Engelse ruiterij (lansiers). Het is de eerste ruiterij die hier komt. Ook vele Indianen trekken langs de Ouderdom en kantoneren op de hofsteden van Maerten, Lievens, Desmarets.
Vandaag op De Panne priesterwijding door Mr. De Wachter, hulpbisschop van Mechelen, voor de seminaristen die langs deze kant zijn en ook voor vele seminaristen soldaten die voor deze gelegenheid verlof krijgen.
25 april, zondag. – Met de ochtend is het geschut verminderd. De mensen komen toch nog al wel naar de kerk. Om 9u soldatenmis in de kerk en daarna nog een mis op het hof van Leroy over de vijver. In de voornoen opnieuw een geweldig bombardement van Ieper. Verschrikkelijke dingen worden verteld over Ieper. Burgers, soldaten en paarden al dooreen liggen dood in de straten, zoveel lijken ook ten allen kante begraven onder de puinen. Zovelen omgekomen in de kelders van de huizen en de vesten.
Wat benauwelijke dingen vertellen ons de vluchtelingen. Ganse straten bijzonderlijk van de Kalfvaart na uren op uren in hun kelders gebleven te zijn, zonder ooit te durven uitkomen en het een huis achter het ander te hebben zien inslaan, werden toch gedwongen hun schuilplaats te verlaten en moesten weg onder een regen van bommen en vuur en helaas hoe velen die onderweg door de vijand geveld werden. Zo waren de laatste dagen van Ieper verschrikkelijk, dat arme volk heeft al de angst beleefd van het einde der wereld. En toch nog honderden mensen weigerden die helse poel te verlaten. Vandaag vallen bommen op Poperinge, een valt op het hospitaal en 4 zusters worden doodgeslagen. Toch geen bommen op Dikkebus.
Niemand krijgt laisser-passer noch voor Vlamertinge noch Reningelst, noch Poperinge. Het is omdat er langs daar zulke buitengewone passage van troepen is. Men verwacht zich aan grote gevechten.
–
Uit ‘De oorlog te Dickebusch en omstreken 1914-1918’ van A. Van Walleghem
lees verder hier ….


