Zondagnamiddag om 14u20 had hier weer een rampzalige ontploffing plaats, te wijten aan onvoorzichtigheid, en die het leven gekost heeft aan twee personen. Volle tien jaar na het eindigen van de oorlog, vallen dus nog slachtoffers en zijn er in onze streek nog van die moordtuigen te vinden waarmee mensenlevens teniet worden gedaan.
De ramp
In de Komstraat op de hoek van de wegel om naar het footbalplein te gaan, woont Maurice Clabau, opkoper van ijzer en afval. Nevens zijn woning is een afdak aangebracht voor paard en kar en ook dienende als verzamelplaats.
Zondagnamiddag was hij bezig in dit afdak, toen al met eens een verschrikkelijke knal de omgeving deed beven. Vreselijk gewond en bloedend lag het slachtoffer ten gronde. De knal werd over gans de stad en omgeving gehoord en talrijke nieuwsgierigen snelden naar de onheilsplaats.
Een tweede slachtoffer
De ontploffing joeg een stuk van de obus, dat wel 50 cm lang en rond de 15cm breed was, al door het afdak, de haag, de straat over waar een voorbijganger getroffen werd op 25 m afstand en neergeveld. Het stuk ijzer vloog nog verder door de haag in een aardappelveld. Deze voorbijganger, René Dewulf, 69 jaar oud, was erg toegetakeld. Ter hoogte van de buik was een been afgeslagen dat wel nog 5 m verder vloog.
De hulp
Het eerste slachtoffer Clabau was erg aan been, buik en aangezicht gekwetst en bloedde vreselijk. Na het H. Oliesel, ter plaatse toegediend door de eerwaarde pater kapucijn, die de octaaf predikte in de Sint-Janskerk, werd hij naar het gasthuis overgebracht waar de geneesheren Dewulf en Devos zijn been moesten afzetten. In zijn aangezicht was hij ook erg toegetakeld en zou waarschijnlijk het gezicht verloren hebben. Later in de avond kon hij zijn biecht spreken en hij is ’s anderendaags in de morgen overleden rond 6u30.
Het tweede slachtoffer, René Dewulf, was og slechter gesteld: vreselijk bloedend werd hij in de buurt binnengedragen. Hij kwam niet meer tot bezinning en herhaalde ‘waar moet ik lopen?’ en ‘laat me liggen’. De eerwaarde heer onderpastoor Debever diende hem het H. Oliesel toe. Een half uur na de ramp was de man bezweken. Het lijk werd naar het gasthuis overgebracht.
Bijzonderheden
René Dewulf wandelde met zijn zoon die vanuit Rijsel naar Popperinge-Ommegang was gekomen, naar zijn stukje land. De zoon zag zijn vader langs zijn zijde weggemaaid en werd met bloed en vleesklompjes bespat. Een droevig einde van een vreugdevol kermisvieren.
Toen het ongeval gebeurde stond het jongste zoontje van Clabau, 3 jaar oud, op enkele stappen van zijn vader; hij werd gelukkiglijk niet getroffen. Het paard dat nevens de plaats van de ramp stond bleef ongedeerd.
Het ontploffingstuig zou een obus geweest zijn van Duitse afkomst, een stuk van rond de 50 à 60 kg. Een stuk obus van 3 kg vloog door de zijgevel van de woning van Maurice Clabau en viel boven op hun slaapkamer. Een kind speelde op de trap en kreeg nog wat mortel en steengruis op zich maar bleef verder ongedeerd.
De families
Bij Clabau die 40 jaar oud was, zijn vier kinderen in leven. De oudste zoon is 14 jaar oud, de jongste is er 3. De vrouw Techel Magdalena, ook 40 jaar oud, ligt door schrik en verdriet ernstig ziek te bed. René Dewulf was de enige steun van een gebrekkige dochter van 45 jaar.
Ziedaar twee families geschonden en in rouw gedompeld ten gevolge van een onvoorzichtigheid: een droevig einde van een kermisweek. Nog een ramp te meer bij te voegen aan die eindeloze reeks bloedige ongevallen, gevolgen van de oorlog, en die maar geen einde schijnen te willen nemen.
De onheilsplaats
Heel de dag en de maandag was het een onafgebroken rij van toeschouwers en nieuwsgierigen die de plaats bezocht. Gezien de dichtbewoonde buurt en het drtuk verkeer op de Komstraat kon de ramp nog erger geweest zijn.
De begrafenis
Woensdagmorgen werd Maurice Clabau ter aarde besteld en donderdag René Dewulf. De lijkdiensten hadden plaats in de Sint-Janskerk, onder een grote toeloop van volk.
–

Uit ‘De Poperinghenaar’ van 21 juli 1929 – www.historischekranten.be –


