Op de wijk Crommenelst was men verleden week verbaasd bij het lezen van het overzicht van het nieuws van het verlopen jaar der gemeente Vlamertinge.
Op de wijk Crommenelst was men verleden week verbaasd bij het lezen van het overzicht van het nieuws van het verlopen jaar der gemeente Vlamertinge. Er werd daar immers in verteld dat de pogingen van deze wijk om zich van Vlamertinge af te scheiden mislukt waren.
Wij kunnen hier gerust op antwoorden dat er geen enkele poging dienaangaande door de Crommenelst werd gedaan. We moeten vaststellen dat er in bepaalde kringen in Vlamertinge een zekere onrust heerst voor die scheiding.
Die ongerustheid dagtekent niet van vandaag, maar vindt reeds zijn oorsprong eeuwen geleden, rond de jaren 1500. We hoeven daarvoor slechts het boek over de geschiedenis van Vlamertinge te raadplegen.
Na grondige lezing van dit prachtwerk van de heer Remi Duflou moeten we besluiten dat de eventuele afscheiding van de wijk een droevige bladzijde geschiedenis zou zijn voor de annalen van de gemeente. In het tijdstip der heerlijkheden was de Crommenelst dichtbij de voornaamste en bezat zelfs een afzonderlijk eigen bestuur. De grens van zijn grondgebied was zelfs met eiken grenspalen afgebakend en de belastingenkas te Vlamertinge werd door een derde door de Crommenelst gevuld.
Verder is deze wijk steeds het voorbeeld geweest van jarenlange twisten om zijn grondgebied. Het is nochtans opvallend dat die twisten nooit door de inwoners van de wijk werden uitgelokt, maar wel door hen die er rechtstreeks interesse bij hadden.
Het feit dat bij de inzet van Crommenelstkermis van 1956 de wijk bij algemene stemming de heer Deschepper Hektor tot burgemeester verkoos, werd ook mogelijk door bepaalde kringen in Vlamertinge slecht begrepen en deed misschien het vermoeden ontstaan van bedoelde pogingen van afscheiding.
Indien deze kermisgrap werkelijk in die zin begrepen werd, dan vragen we ons af of men te Vlamertinge dan werkelijk niet meer kan lachen en aan goede humor doen. Nu we zien dat de moederlijke gemeente zich plots zeer bezorgd toont over een van haar schoonste welpen, dan voelen we ons toch een beetje gevleid.
Hun bezorgdheid is ook volledig gerechtvaardigd want de kas der grondbelasting zou een deuk krijgen en het bevolkingscijfer zou dalen. Verder nog zijn er niets anders dan voordelen aan de wijk verbonden. Buiten de verbindingsweg naar het zogezegde centrum is er schier geen enkele last aan de openbare werken en is de wijk rijkelijk bedeeld door het stadswaternet van Ieper. Wat zijn onze boeren en huismoeders toch gelukkig met die kraan! Er is ook het feit dat de kas van de openbare onderstand zo veel lof verkondigt voor de Crommenelst.
Gezien de mooie ligging van de wijk (voor Vlamertinge nochtans ten uitkante) valt het vaak voor dat wij de moederlijke gemeente weliswaar bij poosjes vergeten. We verontschuldigen ons hiervoor en dit gebeurt meestal in de zomer als we liggen te kuieren aan de oevers van de vijver, smakelijk genietend van dat enig mooie brokje natuurschoon terwijl de zachte romantische muziek van Strauss uit het hotel ons als het ware aan het wiegen brengt en meevoert naar de West-Vlaamse bergen die ons ook van zo kortbij toewenken.
Dan de staatsbaan nr. 70., Ieper-Franse grens, welke onze wijk doorsplitst. In de zomer is het er een karavaan van toeristen, fietsers en trekkers in beide richtingen, terwijl onze huismoeders gezeten aan hun zonnige huisgevels, deze trektochten naar de mooie Vlaamse natuuroorden met genoegen gade slaan.
We zijn er zo gemakkelijk, op een boogscheut van Dikkebus en in een minimum van tijd zijn we te Ieper. In onze ogen is het niet de wijk, maar wel onze gemeente die een beetje op ’t veurende ligt.
Al is het ‘Dikkebus ter Klokke’, toch mag men te Vlamertinge op zijn twee oren slapen, we zijn en blijven Vlamertingenaars, tot in het bloed, niettegenstaande Dikkebus ons ook zo nauw ter harte ligt en niemand kan ons dat kwalijk nemen.
Een beetje minder de spreuk ‘geef aan Caesar wat aan Caesar toekomt’ op de wijk toepassen en Vlamertinge zal niet alleen als moederlijke maar tevens als vaderlijke gemeente doorgaan.
Een vijverbijter
–
Uit ‘Het Wekelijks Nieuws’ van 12 januari 1957


