Hoe de vervalsching der eetwaren, vijf honderd jaren geleden, werd beteugeld, leert ons eene ‘ordonnancie’ die onlangs werd ontdekt in de oude papieren te Puy-de-Dôme, in Frankrijk.
Hoe de vervalsching der eetwaren, vijf honderd jaren geleden, werd beteugeld, leert ons eene ‘ordonnancie’ die onlangs werd ontdekt in de oude papieren te Puy-de-Dôme, in Frankrijk.
Al de melkboeren en boerinnen die aan hunne melk het sacrament des doopsels toedienden werden op eenen bank gelegd, hun werd een trechter in den mond gestoken en men verplichtte hen zooveel van hunne vervalschte koopwaar te drinken, totdat een geneesheer verklaarde dat er levensgevaar bestond met voort te gaan.
Man of vrouw die een boterklont verkocht, waarin vervalsching ontdekt wierd, werd verwezen om voor een groot vuur geplaatst te worden, den klont boter op het hoofd houdend en deze latende smelten, terwijl het volk den overtreder der wet allerlei scheldwoorden toeroept.
Wie rotte eieren verkocht, werd aan een schandpaal vastgemaakt en de bengels der buurt mochten de rotte eieren naar ’t hoofd van den bedrieger werpen.
Wreed maar toch wel verdiend.
.
.
Uit ‘Het Nieuwsblad van Yperen en van het Arronidissement’ van 28 januari 1911