De omstaanderens lachten dat ze schokten, klakten in hun handen, en de kerel, die zoowel in klinkende munte betaald geweest was, sloop, nog voor de manege stilhield, al druipen weg, om elders zijn verschot en zijn kolère te gaan doorspoelen.
Een handkusje
Yper. Een jufferken, een zomerbloemke van eersten keus zat, zondag namiddag rond ten zessen op Overmeer’s peerdetjes, lachende en giechelende met andere gezellinen, dat ’t oprecht leutig was om zien.
Een lummel had een vrije plaatse bemerkt ernevens, en in een oogenblik zat hij er. Ongelukkiglijk voor hem, hij kon zijn handen niet ’t huis houden, maar opeens kreeg hij daar een ‘VIVE L’AMOUR’ dat ’t klonk door de renbaan en dat de kerel ronddraaide op zijn peerd!
De merkteekens van dat handkusje stonden in zijn gezichte geprent.
De omstaanders lachten dat ze schokten, klakten in hun handen, en de kerel, die zoowel in klinkende munte betaald geweest was, sloop, nog voor de manege stilhield, al druipen weg, om elders zijn verschot en zijn kolère te gaan doorspoelen.
De Ypersche meisjes kunnen wel leute maken, ze lachen geerne, maar in alle eerlijkheid en ze zijn daarbij allemale lid van den bond voor comptante betaling. Sarel Lowi weet het nu bij ondervinding.
Bericht aan die er zouden aan twijfelen.
Uit Het Nieuwsblad van Yperen en het Ommelands van 6 augustus 1907 – www.historischekranten.be