banner
mrt 26, 2015
10064 Views

De oorsprong van de naam van Vlaanderen

Written by

De oorsprong van de naam van Vlaanderen
Er is nog een heikel punt waar hij het wil over hebben: de oorsprong van het woord ‘Vlaanderen’. Nogal wat geschiedschrijvers hebben er hun hoofd over gebroken en eigenlijk staat het nog altijd niet vast hoe de naam van ons land er gekomen is.

banner

Kroniekschrijver Olivier de Wree geeft nog meer details prijs in zijn geschriften: Boudewijn met de Ijzeren Arm neemt al de fakkel over tijdens het leven van zijn vader Engelram die zich door zijn hoge ouderdom verplicht ziet om zich terug te trekken in zijn kasteel van Harelbeke. Er circuleert trouwens een brief van Hincmar aan Boudewijn waarbij die onze gravenzoon aanspreekt als ‘Gloriosus Marchius’, wat neerkomt op zoiets als ‘Geachte Markies’. Boudewijn kan de titel van graaf immers niet dragen zoals zijn vader leeft. Er bestaat trouwens nog een ander bewijsstuk dat Boudewijn met de Ijzeren Arm nooit de eerste graaf van Vlaanderen kan geweest zijn. In de capitularia van Karel de Kale van 844 worden de gebieden van Vermandois, Noyon, Artois, Kortrijk en Vlaanderen officieel de ‘graafschappen’ van Engelram genoemd. Engelram is dus officieel al graaf voor dat Boudewijn er aanspraak kan op maken. Boudewijn I is dus inderdaad onze 5de forestier of graaf die officieel erkend wordt als heerser over Vlaanderen. Het grafschrift van Boudewijn van Rijsel, zijn 6de opvolger, draagt dan ook terecht de titel van 11de graaf van Vlaanderen. Ik raak ondertussen verstrikt in het werk van kanunnik de Bast. Zeg maar gebiologeerd. De man verdient een dikke pluim voor zijn gedegen research. Ik krijg nog maar een keer een les voorgeschoteld dat we nog zo veel onbekende geschiedenisfeiten over het hoofd zien. Als het stof kwalijk neerdwarrelt op die antieke geschriften, bestaat het risico dat cruciale waarheden over het hoofd worden gezien. Boudewijn is zo de geschiedenis van Vlaanderen ingegaan als Boudewijn met de Ijzeren Arm. Eigenlijk is dat toch een vreemde bijnaam die zomaar geslikt wordt door de crème van onze historici.

De ferreüsman van aan de Ijzer
Een anonieme biograaf die het leven omschrijft van de heilige Winox in zijn ‘Vita S. Winnoci’, schrijft kort na de dood van graaf Boudewijn een aantal zaken die aanleiding geven tot zijn bizarre bijnaam die hij voor de rest van de tijden met zich zal meeslepen. Het staat natuurlijk allemaal neergeschreven in het Latijn. De woorden ‘Baldewinus’ en ‘Ferreus’ in de ‘Monarchiam Flandriarum’ zijn de meest opvallende. Maarten de Bast schiet me te hulp. Tijdens de bestuursperiode van Karel de Kale, de Franse koning, staat zijn schoonzoon Boudewijn aan het hoofd van de monarchie van Vlaanderen. Boudewijn straalt kracht en waarden uit. Vlaanderen heeft nooit voordien dergelijke kapitein gekend. Dank zij zijn ontembare wilskracht en moed, verdient hij zeer zeker zijn bijnaam van ‘Ijzeren Arm’. De ‘Ferreüs’-man. Overal waar hij met zijn troepen neerstrijkt, triomfeert hij over de vijand. Vooral de kuststreek is het toneel van oorlog, wraak en blind bloedvergieten. De nietsnutten van Denemarken richten op onze stranden gruwelijke slachtingen aan. Maar Boudewijn laat zich niet kennen. Het is hier, op deze plaatsen, dat graaf Boudewijn zijn reputatie als man van staal opbouwt en de Noormannen bloedig van antwoord dient. Zijn onoverwinnelijk imago lijkt coherent met zijn bijnaam. Maar heeft er niets mee te maken. De analisten zoeken in de naam van ‘Bras-de-Fer’ of ‘Ferreüs’ een rechtstreekse verklaring voor zijn heldhaftig karakter. Een typisch fenomeen toch die analisten.

De graaf met de idiote bijnaam
Als ik de dag van vandaag de krant openvouw of me laat verleiden tot een nieuwsjournaal, dan word ik om het hoofd geslagen door tientallen van die betweters die elk dan nog op zich hun eigen visie hebben. En hun eigen waarheid. Vroeger bestonden die lieden dus ook al. Hun voorbarige conclusie gaat spijtig genoeg een eigen leven leiden en amputeert tezelfdertijd een stuk Westhoekverleden uit de geschiedenis van Vlaanderen! Ik kom dat pas veel later te weten. De Nieuwpoortse burgemeester de Brauwere redt een klein handschriftje van de brandstapel. Wie het geschreven heeft, is niet bekend, wel dat het gedrukt zal worden te Gent in het jaar 1790. De anonieme schrijver is heel zeker en overtuigd van wat hij schrijft. Boudewijn is geboren in Nieuwpoort, in zijn kasteel aan de Ijzer, in Sandeshoved. De naam van die rivier wordt lompweg beschouwd als staal (ijzer dus) en daardoor per abuis vertaald in ‘ferreus’. Vandaar dus de naam van Boudewijn met de Ijzeren Arm. De man zal het zelf nooit beseft hebben met wat voor idiote bijnaam hij later de geschiedenisboeken zal vullen. Eigenlijk zou de graaf dus Boudewijn van den Ijzer moeten hebben genoemd. In het Latijn: ‘Baldewinus ab Iseram’. De man, afkomstig van de pagus Iseretius zal tijdens zijn leven de pagus Mempiscus en de pagus Flandrensis tot één Vlaams gebied integreren. De initiatieven voor de unie van Vlaanderen zijn dus vanuit de Westhoek gekomen. Ieper krijgt tussen 890 en 902 zijn eerste burcht dank zij buurman Boudewijn van den Ijzer. Zonde dat dit nu pas boven water komt. Zo. De posities en de tijdlijn van de verschillende forestiers zijn uitgeklaard. Schrijver Loys is er tevreden om. Hij heeft afgerekend met de rekenkundige tegenstrijdigheden die altijd maar weer aanleiding hebben gegeven om het bestaan van de forestiers op de helling te zetten.

De oorsprong van de naam van Vlaanderen
Er is nog een heikel punt waar hij het wil over hebben: de oorsprong van het woord ‘Vlaanderen’. Nogal wat geschiedschrijvers hebben er hun hoofd over gebroken en eigenlijk staat het nog altijd niet vast hoe de naam van ons land er gekomen is. Adriaen van Schrieck beweert dat de volkeren die aanvankelijk onze landstreken bewoonden ‘Pleumosii’ werden genoemd. Hij heeft dit woord omgevormd in ‘Phlemosii’ en hierin, in dit gedrocht, denkt hij de oorsprong te vinden van de naam van Vlaanderen. Hij verwringt die naam op zonderlinge wijze om er uiteindelijk het woord ‘fleut’ of ‘vleut’ in te vinden, het synoniem voor vloed, of golven van de zee. En van ‘fleut’ gaat hij naar ‘Vlemschen’ of ‘Flemschen’ om uiteindelijk te belanden bij ‘Vlamingen’ of ‘Flamingen’. En bij ‘Flandre’ of ‘Vlandre’. Ik kan Désiré Loys volledig gelijk geven: het is allemaal veel te ver gezocht. Als het intuïtief niet goed aanvoelt, dan mag je het vergeten. Zijn collega geschiedschrijver Jacobus Marchantius beweert dat ‘Flandria’ afstamt van ‘Flenderen’ of ‘Flaederen’ wat in het Hoog-Duits ‘fleches’ of ‘flitsen’ betekent. Ik veronderstel dat hier bedoeld wordt ‘pijlen’ waar onze voorouders goed mee overweg konden. We hebben allebei dezelfde mening: hier moeten we geen verdere tijd aan besteden. Evenmin trouwens aan de bewering dat onze landsnaam afgeleid zou zijn van ‘Vele Anderen’, namelijk dat Vlaanderen een smeltkroes is van allemaal vreemdelingen. Vredius houdt staande dat Vlaanderen het woord ‘Vry’ of ‘Fry’ van ‘Vryland’ of ‘Fryland’ in zich meedraagt. Een naam die men oorspronkelijk heeft gegeven aan de kassselrij van Brugge.

De ziel van het land is meteen ook zijn naam
Zijn redenering valt echter in duigen bij de wetenschap dat deze kasselrij dagtekent van het jaar 1225 en dat de naam van ‘Vlaanderen’ veel ouder is. Collega Meyerus leidt het af van de woorden ‘Vlaa’ en ‘Vlaake’, ‘Vlaaland of Vlaakeland’ dat synoniem staat voor een waterachtig en stormachtig land. Zal Jacques Brel dit eigenlijk beseffen als hij in 1962 het onsterfelijke ‘Mijn Vlakke Land’ zal creëren? Oudegherst ziet schimmen van het woord ‘Flambertus’ doorschemeren in de naam van ‘Vlaanderen’ en ‘Vlaming’. Die Flambertus werd in het jaar 445 door Clodius aangesteld als landvoogd over onze streek. Van Flambertus zou Fleandebertus afgeleid zijn dat op zijn beurt de naam van Fleandria zal geven aan het land van de Belgen. Loys sluit zich echter aan bij de mening van Meyerus. Aanleiding hiertoe is de vondst van een oude kroniek van Oudenbrug die het heeft over ‘de menigte wateren welke de zee er van alle kanten inspoelde, en die aldaer stilstaende waters of kreken maekten, welke men in het vlaemsch Vlaacke noemde’. Loys zwaait met de beoordeling van de zeer geleerde historicus Le Broussart. De bewering van Oudegherst is de minst onwaarschijnlijke, maar hij betwijfelt ten zeerste of hij het alsnog bij het rechte eind heeft. Onze schrijver meent zelf de sleutel voor het raadsel te hebben gevonden. Ik sla vlug de volgende pagina om zodat ik meer te weten kan komen over deze boeiende en mateloos interessante materie. Het is erg plausibel dat de naam van Vlaanderen iets te maken heeft met zijn geaardheid. Zijn plaatsnaam moet iets te maken hebben met het karakter van het land. Kijk maar naar Holland en Zeeland. Of Frankrijk. Ze dragen allemaal de ziel van hun naam met zich mee.

Zijn we niet van de Vloanders?

Om de doopnaam van Vlaanderen te doorgronden, moeten we ons eerst en vooral begeven naar het oorspronkelijke land. Hoe zag het er uit in zijn begindagen? Een moerassig land gevuld met beken en vijvers waar een reeks van eilanden hun koppen opsteken op de hoger gelegen stukken land. De eilanden zijn onderling verbonden door een hele reeks houten bruggetjes die onze landstreek typeren als ‘het land van de bruggen’. Daar zegt de schrijver zoiets. Met de Duinkerke-transgressie, de overstroming van de zee, was het zeewater opgerukt tot aan de hypothetische lijn tussen Roesbrugge en Brugge. Dat was op het einde van de derde eeuw. Van Brugge is het geweten, haar naam ‘Brugstock’, de plaats die ontstaan is op een hoogte tussen vlonders, temidden van het water. Meteen is het woord ‘vlonders’ gevallen. Ik herken opnieuw die zo typische intuïtieve kenmerken die de kracht van de mondelinge overlevering met zich meedragen. Zeggen we op vandaag nog altijd niet tegen vreemden dat we van de ‘Vloanders’ zijn? Vlonders, Vloanders, Vloanderen, Vlaenderen, Vlaanderen, het land van de bruggen en de houten vlonders. Ik vind onmiddellijk bevestiging in het Etymologisch woordenboek van J. De Vries. Een vlonder is een losse houten brug of vloer. De eerste verschijningsvormen van het woord ‘vlonder’ zijn ‘flundere’, ‘flunder’, ‘flundra’ en ‘flander’. Hij slaat de nagel op de kop. De Vries duidt aan dat het woord van oorsprong afkomstig is uit Noorwegen.

Bryggja, de Noorse naam van Brugge
De Noormannen zullen iets te maken hebben met de naam van Vlaanderen. Ze zijn nooit veraf geweest van de Nederlandse kusten, de monding van de Schelde, het Zwin en Brugge. Kijk maar aan Rorik en iedereen die voor die tijd is binnen gesijpeld in onze contreien. Ik denk spontaan aan Bryggja, de Noorse naam van Brugge. Een stadsnaam die er ook terug te vinden is. Een stadje aan de inham bij het water. Ik duik opnieuw de etymologie binnen. Bryggya, brygga, bregge, brigge, bruggia, brugge. In het Middelnederlands synoniem voor havenhoofd, steiger, kaai en ook van scheepsloopplank, een planken vloer, een brú, een harde weg door een moeras. Brugge en Vlonder zijn dus broer en zus. Désiré Loys heeft gelijk. Ook hij komt tot dezelfde conclusie: de woorden ‘vlonder’ en ‘Brugge’ betekenen hetzelfde. In die begindagen wordt er voor de benaming van onze landstreek eigenlijk ook geen onderscheid gemaakt. We wonen in het land van de Vlonderen en van de Bruggen. Meer en meer zal de naam ‘Bruggen’ de functie van hoofdplaats gaan betekenen. Ik vraag me trouwens af hoe ver het originele ‘Vlonderen’ eigenlijk reikt in de tijd. We keren terug naar de periode wanneer Sint Elooi als eerste apostel bij ons het katholieke geloof komt prediken. Het jaar 641. Het leven van onze zendeling-smid wordt in 678 neergeschreven door zijn collega en tijdsgenoot Sint Audoënus. Hier wordt voor de eerste keer gesproken over Vlaanderen, Gent, Kortrijk en andere steden die zich onder de bevoegdheden van de bisschoppen bevinden. Vlaanderen is dan nog niet echt een land of een staat maar wel een gebied dat onder dezelfde jurisdictie valt aan de welke men de naam van ‘Brugge’ geeft.

Gent en Kortrijk in de municipium Brugense
Deze jurisdictie wordt de ‘Municipium Brugense’ genoemd. Onze schrijver Audoënus geeft aan dat dit ook wel de ‘Municipium Flandrense’ betekent. In de 7de eeuw is Vlaanderen niet anders dan de kasselrij van Brugge dat zelf niet als een stad kan omschreven worden. Wat sommigen ook mogen beweren, er is op dat moment nog geen sprake van een stad in Brugge. Waarom anders zou onze prediker alleen maar Gent en Kortrijk als bevolkingscentra aanhalen in zijn geschriften van 678? In beide steden heeft Elooi zijn devote zending volbracht. Gent en Kortrijk in het land van de bruggen, de municipium Brugense’.

Vlaanderen, het land van de bruggen
Vergeet even de naam van ‘Brugge’. In het begin is Vlaanderen gewoonweg ‘Het land van de bruggen’. In het jaar 835 verhullen de cartularia van de Franse koning Lodewijk de Goede dat er een onderscheid dient gemaakt te worden tussen Vlaanderen, de pagus Mempiscus (van Torhout tot het land van Waas) en het Melantees (de streek van Doornik). In de capitularia van Karel de Kale (853) komt er nog een grotere versnippering: Het Kortrijkse wordt afgescheiden van de pagus Flandrensis en de pagus Mempiscus omvat nu ook het grondgebied van Veurne, Nieuwpoort en Roeselare tot aan het westen van Gent. Zelfs de abdij van Drongen valt binnen de pagus Mempiscus. Het Melantees omvat verscheidene kantons van de kasselrij van Rijsel. Het grondgebied van Vlaanderen is tot in de 9de dus niet veel meer dan het grondgebied van Brugge dat reikt tot aan Sluis, Yzendijk, Aardenburg en Damme. Het is Boudewijn van den Ijzer (officieel dus Boudewijn met de Ijzeren Arm) die het gewest tussen de Noordzee, de Schelde en de Somme onder zijn bewind krijgt en die daar de naam van ‘Vlaanderen’ aan toekent. Ik laat Loys het ontstaan van Vlaanderen nog even met zijn eigen woorden afsluiten: ‘Ziet daer dan de oorspronkelyke grenzen van Vlaenderen. Dit land, het welk nadien zoo zeer in bloei heeft toegenomen, zoowel door den koophandel als door de voortbrengselen van den grond zelven; dat zoo vermaerd is door de groote mannen welke het heeft opgeleverd, en door den eervollen rang dien het in de geschiedenis bekleed heeft, is zynen naem aen het Brugsche grondgebied verschuldigd.’

Dit fragment maakt deel uit van deel 5 van ‘De Kronieken van de Westhoek’

Article Tags:
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
Article Categories:
terug naar het verleden
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *