Hil is een kleine heuvel. Het woord hil wordt integendeel gebruikt voor duinen van alle grootte, maar altijd voor afzonderlijke heuvels, voorafgegaan van een bijzondere naam, als Groenhille, Zwartehille enz.
Plaatsnamen langs de Vlaamse kust
De Karthuyserduinen waren gelegen in de duinen van Groenendijk, ten westen van de macadam lopende van de steenweg van Nieuwpoort naar Oostduinkerke, tot aan Groenendijk Bad. In het zuidergedeelte van deze duinen stond het ‘Rood huis’, hofstede bestaande uit drie gebouwen en toebehorende aan de karthuizers van Nieuwpoort.
De Broedersduin was gelegen bij de Karthuizersduinen, en staat nog afgebeeld op een kaart van het kartografisch instituut van Brussel van 1862. Deze duin ligt op 1.500 m ten westen van de Ijzermonding, en op korte afstand van het strand; heel waarschijnlijk behoorde deze duin ook toe aan de karthuizers.
Ten westen van Nieuwpoort waren de oude duinen, ten zuiden van den Groenendijk, vroeger genaamd Waetersduynen, omdat zij behoorden aan de familie Vandewaeter van Nieuwpoort.
Te Westende is er een duin genaamd Den Haeck, gelegen juist ten noordwesten van de kerk en dicht bij het strand. Deze duin is reeds getekend op een plan van 1681, bij de oude vuurtoren van Lombardsijde (archief van Nieuwpoort).
Het Princeveld ligt ook op Westende, ten oosten van de steenweg Nieuwpoort-Lombardsijde; het vormt het zuidwestelijk gedeelte der oude binnenduinen genaamd het veld. Het Prinseveld is geheel door de landbouw in akkers herschapen.
Op het grondgebied Klemskerke vormen de hoge duinen een groep gelegen ten oosten bij de scheiding Bredene-Klemskerke. Ten zuiden van deze duinen ligt de Spanjaarshil, tegen de bovengenoemde grenslijn, en ten noorden tegen de koninklijke baan.
De Waterpanne van Bredene, ligt ten noordwesten van de Spanjaarshil, ten westen tegen het grondgebied Klemskerke.
De Doomanspanne (genaamd de Santvloghe in de 17de eeuw) ligt op Klemskerke, ten zuiden van de koninklijke baan en ten noorden van de tramlijn. Deze panne begint van 925 m ten noordoosten van den Vosseslag, juist rechtover de tramstatie de Golf, en strekt zich uit 400 m naar het oosten. Het uiteinde ligt 900 m ten duidwesten van de tramstatie De Haan. De Zeepanne, grond van Vlissegem, vormt een driehoek tusschen de koninklijke baan en de tramlijn, op 800 m ten noordoosten van de statie De Haan. De Hoge duinen liggen ten oosten van de Zeepanne.
De Zandpanne, grond Vlissegem, ligt ten zuiden van de grenslijn Vlissegem-Nieuwmunster, en ten noorden van de even genoemde Hoge Duinen. De Voorpanne, grond van Nieuwmunster, ligt ten noorden van de tramlijn, en ten zuiden van de koninklijke baan, zuidwest van de grenslijn met Wenduine, en ten noordoosten van de reeds vermelde Zandpanne. de Kerkepanne van Wenduine, ligt ten oosten van de Voorpanne.
De Paalsteenpanne, grond van Vlissegem, is reeds vermeld in de 17de eeuw; zij ligt juist rechtover de Vosseslag, ten noordwesten van deze weg. De Vosseslag begint aan het einde van de kustduinen, op 1.200 m ten noordoosten van de grenslijn Klemskerke-Bredene. Deze weg loopt naar het zuiden voort door de oude binnenduinen of de Heie (heide) in de richting van het dorp.
Opmerkingen bij de oordnamenvan de westkust (uit Biekorf 1893)
Hil is een kleine heuvel. Het woord hil wordt integendeel gebruikt voor duinen van alle grootte, maar altijd voor afzonderlijke heuvels, voorafgegaan van een bijzondere naam, als Groenhille, Zwartehille enz. Soms ook voor groepen van twee of drie duinen, als de Tryphillen te Koksijde. Spreekt men van de duinen in het algemeen, het woord hil wordt nooit gebruikt; men zegt ook het duinenvolk en niet het hillevolk. Groepen duinen van grote uitgestrektheid worden nooit hillen genoemd; zo de Voorduinen en de Hoge duinen op Oostduinkerke.
Een panne is een leegte tussen twee duinen. Het is eigenlijk een leegte omsloten door verscheidene duinketens.
De naam van Bredanes voor Braydunes (Frankrijk) kan niet veranderd worden, want hij komt voort van een familienaam; het is immers de heer Bray, rijke eigenaar, die het dorp Braydunes gesticht heeft. Wij dachten vroeger dat het een verbastering was van Breêduine.
De Persenhil op Adinkerke, was vroeger beplant met persen of sparren, volgens V. Dit is mis, daar zijn nooit geen sparren geplant geweest. De naam komt hiervan, dat de vissers, wanneer zij aanlandden met hun boot, op die hil klommen en een lege korf opstaken op een pers, als signaal, om diegenen die thuis waren te verwittigen dat het tijd was om de vis of de garnalen af te halen.
Aangaande de wijken van De Panne, geeft V. St Josephsdorp. Dit is de Duinhoek (oostzijde) en Kerkepanne, die onder keizer Josef de 2de de naam kreeg van Josefsdorp; deze naam bleef echter niet in gebruik, want de oude volksnamen bleven voortleven.
Voor Koksijde vindt men, volgens V., onder de hillen het Pekhol. Dit was geen hil, maar een geul tussen de duinen, waardoor men naar de zee kon gaan; het Pekhol bestaat niet meer. Nog volgens V. wordt de Katrynhille ook genoemd Katrynesgat. Dit is natuurlijk mis, de eerste naam is gegeven aan een hil, en de tweede aan eene geule tusschen twee duinen, zoals de namen het klaar aanduiden. Voor ’t Schipgat noemt de oude schrijver die lange oeverduinen. Dit is nog eens een geul tussen de duinen, maar geen duinenketen.
Voor Oostduinkerke vinden wij in de reeks pannen, De Witte Burg en de Plaatsburg; dit zijn geen pannen maar integendeel twee hoge duinen, genaamd de Witte Buik en de Plaatshoever. Op dezelfde bladzijde is het Vloeimerk vermeld, als zijnde het strand van tegen de duinen tot waar de zee bij hoog tij gevloeid komt. Het Vloeimerk is eigenlijk de eindeloze rij aangespoelde zeeplanten en dieren, die duidelijk merkt tot waar de zee bij vloed gekomen is.
Voor Nieuwpoort zegt V. van den Groenendyk: een weerdijk die eertijds een gedeelte was van de ’s Graven Jansdijk. De Groenendijk is nooit geen weerdijk geweest; nooit zijn er zulke dijken moeten gemaakt worden langs de kust tussen Nieuwpoort en Duinkerke, om reden dat de duinen machtig genoeg waren, en nog zijn, om de zee tegen te houden.
De Groenendijk is eigenlijk gemaakt geweest om schorren te winnen in de brede monding van de Ijzer, ten westen van Nieuwpoort. Deze dijk werd gemaakt ten dele door Gwijde van Dampierre in 1280, ten dele door zijn zoon Jan van Namen, vóór 1311, en ten dele door Jehan de Baillieul, rijke eigenaar, rond dezelfde tijd (archief van Nieuwpoort).
Bij Lombardsijde vindt men Bassevelde, volgens V. de ware naam is Basseville; deze wijk ligt tegen het dorp, langs het noordoosten.
Voor Middelkerke staat er De kleene Blekker; deze blekker staat op Mijnheershil. Maar een blekker kan natuurlijk op geen hil staan!
Voor Heist geeft V. de pasteurs panne; dit is een verbastering van pasturepanne, een oud Frans woord dat vroeger veel gebruikt werd om een grasrijke panne aan te duiden. Te Koksijde zijn er oude vissers die nog dit woord gebruiken; vroeger mocht men in deze pannen de koeien en de ezels laten grazen, mits jaarlijks de som van drie of vijf frank te betalen. Dit was de prijs voor de pasturage, zeggen nog de oude vissers.
Dezelfde bemerking geldt voor de pastorpanne van Knokke. Onder de hillen haalt V. ook aan ’t Magerschorre en de Zoute Schorre. Schorren kunnen nochtans niet verward worden met hillen.
–
K. Loppens in Biekorf. Jaargang 45 van 1939