banner
mei 3, 2025
39 Views
Reacties uitgeschakeld voor Hagenpreek in Boeschepe

Hagenpreek in Boeschepe

Written by
banner

Augustus 1566. De agitatie neemt epidemische vormen aan. Die schoorvoetende eerste Boescheepse hagenpreek uit 1562 is na enkele jaren in de luwte nu toch wel uitgegroeid tot een heuse volksbeweging. Bij de gevestigde autoriteiten en de kerk groeit de weerstand tegen de calvinisten. Hoe lang zal het nog duren voor er gevochten wordt? Ik vraag het me bezorgd af. Na een nieuwe geuzenpreek in Waasten komt Belle opnieuw aan de beurt. De prediking bij het lokale Sint-Anthoniusklooster wordt echter belet door de drie lokale gilden die het toestromende volk de toegang tot de stadspoorten beletten.

Achteraf krijgen ze hulp van de baljuw die er zijn knechten op af stuurt. Wie hier trouwens geen werk heeft wordt opgetrommeld om de wacht te houden in Belle. De baljuwknechten zijn met tweehonderd en ze krijgen voor hun prestaties elke vier stuivers per dag. De donderdag daarna is het weer prijs. Dit keer in Kemmel waar die vermetele Anthonis Algoet begint te prediken op de Dries. Met weer bijzonder veel volk van Ieper. Er is sprake van meer dan vijftienhonderd man en de kerstening van een kindje.

Geen kattenpis. Hier bij ons gaan de stadspoorten meer en meer dicht. Er blijven er slechts vier open. Tijdens de zondagsmissen smeken de priesters hun gelovigen om zich niet in te laten met die calvinisten, maar hun oproep lijkt vergeefse moeite te zijn.

Het gerucht wordt verspreid dat er nog diezelfde zondag sermoenen van drie andere predikanten zullen volgen. Het nieuws zorgt voor de nodige agitatie bij de poorters en voor verdere onrust bij de geestelijken en de wet. Veel stedelingen kiezen het zekere voor het onzekere en trekken met hun voornaamste eigendommen weg uit Ieper. Hun vertrek maakt me onrustig. Als decor voor hun Ieperse preken hebben de heretiekers een weide vlakbij het clarissenklooster van Sint-Jan uitgekozen.

Op geen tijd trekken de geuzen er drie preekstoelen op. Ze verwachten duidelijk heel veel volk. Sommigen voeren bier aan om te verkopen, anderen zorgen voor brood, vlees en allerhande etenswaren. De goegemeente fluistert dat de poorten dicht zullen blijven maar dat blijkt een vals gerucht. In de ochtenduren gaan de Boterpoort, de Antwerppoort en de Boezingepoort open en die krijgen de volgende uren een ongelooflijke toevloed van bezoekers te verwerken. Met daarbij heel wat gewapende mannen die er op afkomen om hun predikanten te beschermen.

Je moet het gezien hebben! Vanaf zes uur in de morgen krijgt onze buurstad Poperinge al te maken met een uitstroom van volk die zich op weg naar Ieper begeeft. Het is zondag en iedereen wil de Ieperse sermoenen bijwonen. Mensen van Belle en van al de omliggende plaatsen. Rond acht uur bereikt de massa mensen stilaan de Ieperse Boterpoort. Velen van hen zijn voorzien van geweren. Hun psalmen weergalmen door de straten, een diepgelovige en tezelfdertijd dreigende bende. Maar waarom keren ze zich af van onze moeder de katholieke kerk? Rond negen uur noteer ik de aankomst van de predikanten.

In het gezelschap van wel tweeduizend gewapende kerels die in het bezit zijn van bussen, pistoletten en andere geweren. Ze komen Ieper binnen via de Mesenpoort en wat later stappen ze zelfverzekerd door de oude poort die leidt naar het klooster van Sinte Clara.

Terwijl de Ieperlingen met man en macht de grote markt en de meeste poorten gesloten houden, speelt alles zich voornamelijk af buiten de feitelijke stad. De predikanten blijken met zijn twee te zijn. Broeder Anthonis en broeder Jacob, een gewezen augustijn. Die laatste is een bebaarde corpulente man met bolle wangen. Anthonis ziet er jonger en gespierder uit en oogt heel erg zelfverzekerd. Hij trekt met zijn charisma meer volk dan zijn collega Jacob. Samen prediken ze voor een massa van wel vijfentwintigduizend mensen.

Dergelijke massale volkstoeloop heb ik van mijn leven nog niet gezien. Een volkse mengelmoes van doodgewone kinderen, vrouwen en mannen. Hun veiligheid wordt verzekerd door wel duizend geweren. De sermoenen duren zeker twee uur en worden gehouden op een bilk aan de zuidkant van het clarissenklooster.

Tussen het optreden van de calvinisten door probeert de Ieperse bisschop Rythovius krampachtig de katholieke schijn hoog te houden tijdens de gebruikelijke zondagsmissen van acht en negen uur. Hij predikt alsof zijn leven er van afhangt. Toch zijn alle ogen gericht op wat zich buiten de stadsmuren afspeelt. Na de alternatieve diensten stroomt het volk binnen in de stad. Duizenden psalmenzingende mensen overrompelen Ieper. Het lijkt er wel op dat ze in trance zijn.

Opnieuw valt het op hoeveel van hen voorzien zijn van bussen, lansen, hellebaarden, pistoletten en andere geweren. Broeder Jacob verlaat de stad via de Boterpoort en broeder Anthonis gaat een mondje eten in de binnenstad. Grote honger van al zijn monologen heeft hij gekregen. Rond drie uur in de namiddag komen Jacob en zowat driehonderd van zijn gezellen door de oude poort gestapt en via een tussenstop aan de Mesenpoort verdwijnen ze dan toch uit Ieper. Ik hoor velen een zucht van opluchting slaken.

De volgende dag staat broeder Jacob er opnieuw. Het is amper maandag en toch alweer hoog tijd voor een volgend sermoen. Het scenario lijkt op dat van gisteren. De zomer weigert om roet in het eten te gooien. De dagen met schitterend weer rijgen zich aan elkaar. De zwoele temperaturen maken de mensen zelfverzekerd en zorgen vandaag opnieuw voor een toeloop van veel gewapend volk uit de buitengemeenten. De landmannen zullen zichzelf wel beschermen tegen de wet en de katholieke overheid. En de volgende dag komt Poperinge nu zelf aan de beurt. Weer broeder Jacob.

Het is voortaan elke dag prijs. Belle, Nieuwkerke, Kemmel, Waasten en de hele omgeving. De volgende zondag spreekt Jacob in Cassel voor een ruime schare toehoorders. De menigte daar is er niet helemaal gerust in. Het gerucht loopt dat mijnheer van Moorbeke wel eens met grove middelen de manifestatie uit elkaar zou komen slaan. Maar dat gebeurt niet.

De zelfverzekerdheid van de eenvoudige mensen groeit met de dag. In groep voelen ze zich onaantastbaar. Het duurt niet lang meer voor de eerste kwalijke symptomen van hun overmoed zich gaan manifesteren. De dreiging in de atmosfeer wordt realiteit. Het aantasten van de katholieke concurrentie, het beschadigen van kapellen links en rechts. Zo bijvoorbeeld op 12 augustus. Een snikhete dinsdag. Opnieuw een sermoen, ditmaal op de markt van Belle waar traditiegetrouw veel volk opdaagt. Onder hen zeker vijfhonderd verhitte Walen en die dringen er op aan om de kerk binnen te gaan. Daar wordt uiteindelijk van afgezien, dan trekken ze maar naar het klooster van Sint-Anthonius waar ze de ‘baetselier myn heeren’ hopen te vinden.

De abt en zijn monniken hebben de bui vermoedelijk al zien hangen en zijn het gisteren al afgetrapt richting Ieper. Hun afwezigheid frustreert de opgehitste Walen die er nu niets beter op vinden dan de deuren van het klooster open te breken. Terwijl de graaf van Egmont op bezoek is in Ieper storen de indringers zich in Belle allerminst aan zijn aanwezigheid. De kerk van Sint-Anthonius moet er aan geloven. De heiligen en hun altaren worden afgesmeten en vernield. De glasramen aan diggelen gegooid. De spijzen en de miswijnen wordt opgegeten en opgedronken en alles wat ook maar enigszins breekbaar is wordt in gruzelementen gekwakt.

Dit is een fragment uit Boek 8 van De Kronieken van de Westhoek

Article Categories:
fragment uit deel 8
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Comments are closed.