De Franse edelen kiezen ervoor om Meroveus, Merovech, tot hun koning te kronen. Meroveus zal Frankrijk door deze troebele tijden moeten loodsen. Hij dient vrijwel onmiddellijk al zijn krachten en middelen aan te wenden om weerstand te bieden tegen de Hunnen, Vandalen, Goten en Saksen. Hevig vechtende legers zorgen wederzijds voor grote vernielingen en wreedheden in het land van Buck. Zo wordt de stad Oudenburch, die in die tijd hoofdstad is van de regio en die door kooplieden van diverse nationaliteiten bewoond wordt, met de grond gelijk gemaakt. Onze regio beeft en trilt in al zijn voegen en wordt zo goed als verwoest.
Hij helpt in 451 de Romeinse legeraanvoerder Aetius en Theodorik, koning van de Goten, om de opmars van Attila de Hun te stoppen. Merovech valt de Hunnen aan ter hoogte van het Franse Troyes. Na een verschrikkelijke veldslag worden de Hunnen teruggedreven. Deze gedenkwaardige slag in 451 is echter niet beslissend want Attila kon zich terugtrekken aan de overzijde van de Rijn. Meroveus sterft in 458. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Childerik.
Die heeft zijn machtsbasis om en rond de stad Doornik en beheerst er zo de Romeinse provincie Belgica, het land van Buck. Anno 481 volgt de 16 jarige Chlodovech zijn vader op als koning van de Salische Franken in Doornik. Later zal de man Clovis genoemd worden. Aanvankelijk is zijn grondgebied nog bescheiden.
De Franken beheersen alleen het noordelijke deel van Gallië. Aanvankelijk moet Clovis de macht delen met andere, deels aan hem verwante hertogen, leiders van naburige Salische stamgroepen. Gallië is verder verdeeld in een Romeins restgebied in de regio van Parijs en Soissons, het zuiden en zuidwesten, dat deel uitmaakt van het koninkrijk van de Visigoten, en zelfstandige koninkrijken van de Alemannen en Bourgondiërs in het oosten en Bretagne in het westen.
Door de dood van de Visigotische koning Eurik is het machtsevenwicht in Gallië tijdelijk verstoord en krijgt Clovis de mogelijkheid om zijn macht uit te breiden. Hij weet de meeste andere Franken te verenigen (en ook enkele keren te verslaan) en het Frankisch gebied uit te breiden tot aan de Loire. De Franken heersen nu over een groot gebied met een nog min of meer intacte Gallo-Romeinse samenleving en economie. De bestaande steden, kerken, het onderwijs en de vele geschoolde ambachtslieden zullen de basis zal vormen voor een verdere expansie.
De druk van het christendom op de zeden van het land van Buck wordt gaandeweg groter. In het jaar 484 wordt de Doornikse bisschop Diederijck nog verbannen van zijn staat omdat hij zich niet hield aan het christelijk geloof dat hem opgelegd werd door paus Felix. Hij wordt vervangen door een nieuwe bisschop met de naam van Elutherius. In Doornik worden alle heidense tempels, onder andere die van Apollo, met de grond gelijk gemaakt. Er kan maar één God zijn. Hun God is de ware!
In 493 trouwt Clovis met de Bourgondische prinses Clothilde. Een erg katholieke freule terwijl hij nog de oude Germaanse goden vereert. Clovis wordt nu algemeen als een belangrijk vorst erkend. Zijn vrouw Clothilde probeert Clovis tot aan het jaar 496 tevergeefs tot het christelijk geloof te bekeren. Flandbert, de heer van Buck, overlijdt in 490 en laat 3 zonen na, Raganier die het land van Buck verder zal besturen, Finibert en tot slot Agricolaus die later nog bisschop van Luik zal worden. Raganier is wel een bekwaam leider, maar hij ondervindt grote moeilijkheden om zich meester te tonen van een land vol rovers, moordenaars, plunderaars en schoften allerhande die zich in de wouden en wildernis verschuilen en die het land zo goed als onleefbaar maken voor de inwoners.
Het enig gevolg van de situatie is dat de ‘kwaaddoenders’ nu volop hun goesting kunnen doen en ongestoord alles kunnen uitrichten wat ze ook maar willen. Er heerst geen recht en geen orde. De uitgestrekte wouden vormen een geliefkoosd schuiloord voor nogal wat ongure elementen. Veel kooplieden worden bestolen en vermoord langs de wegen. Huizen worden tijdens de nachten open gebroken. Vrouwen, zowel moeders als dochters, worden onteerd en verkracht. Niemand is nog langer meester over zijn eigendom. De hele Westhoek en West- en Oost-Vlaanderen zijn veranderd in een woud zonder genade. De rechteloosheid in Vlaenderen is tergend en toch treedt de Frankische overheerser Clovis niet op! Hij doet alsof zijn neus bloedt.
Clothilde schenkt Clovis drie zonen en een dochter. Childebert, Chlodomer, Chlotarius en Clothilde. Hij heeft trouwens nog een zoon, Theodorik, uit zijn eerste huwelijk met de Rijnlandse prinses Amalberga. Zoals al eerder verteld is moeder Clothilde fanatiek katholiek en probeert ze met alle charmes en middelen om haar Clovis tot het christendom te bekeren. Dit wil aanvankelijk niet zo lukken totdat Clovis in 496 moet aantreden tegen de Alemannen.
De slag bij Tolbiac verloopt niet helemaal volgens plan en Clovis belooft plechtig zich te bekeren mocht Christus hem de overwinning gunnen. Als de overwinning een feit is, houdt hij woord en enkele jaren later meldt hij zich met enkele duizenden krijgers bij bisschop Remigius van Reims om zich daar te laten dopen. Met hem worden nog 300 edelen gedoopt tot christen. De bekering van Clovis tot het christendom zal de loop van de geschiedenis in grote mate bepalen. De officiële overgang naar het katholieke christendom is politiek gezien een schrandere zet van Clovis. Hierdoor krijgt hij namelijk de Gallo-Romeinen op zijn hand. Clovis betrekt de clerus en de Gallische christenen bij zijn bewind.
Met de steun van de bisschoppen en die Gallische christenen kan Clovis nu ongestoord zijn veroveringen voortzetten. ‘In ’t jaer ons heeren Jesu Christi 509′ neemt Clovis definitief zijn residentie over een groot deel van Vranckerijcke. Binnen het zelfde jaar probeert de Franse heerser ook ’tlandt van Buck’ onder zijn ‘onderdanigheid’ te brengen en richt hij zijn ogen op Wand, Camerijcke, Doornijcke en Teroaen die onderdeel zijn van Belgisch Gallië.
Hij ontbiedt de Vlaamse landheer Raganier en stelt hem voor dat de inwoners van het land van Buck zich zullen onderwerpen aan de Franse christelijke onderwerping. Doen de Vlamingen dit niet, dan zal Clovis niet aarzelen om Vlaanderen met geweld binnen te vallen. Clovis is duidelijk: hij wil het christelijke geloof aanwezig zien in Vlaenderen.
Raganier weigert in te gaan op de voorstellen van Clovis. Hij vraagt Clovis om zich niet te bemoeien in zijn land van Buck. De Franse koning ontsteekt in hevige gramschap. Hij stuurt zijn leger onverwijld naar het land van Buck. Raganier biedt moedig weerstand met zijn kleine leger, maar wordt hoe dan ook door de Franse overmacht onder de voet gelopen. De Fransen palmen Vlaanderen in en plaatsen het onder het rechtstreekse gezag van de Franse koning.
Raganier vlucht met zijn familie naar Denemarken waar hij tot aan zijn levenseinde zal verblijven. Als Clovis in 511 sterft, laat hij een indrukwekkend Frankisch machtsbastion na. Na zijn dood wordt zijn rijk, in overeenstemming met de Salische wet, verdeeld onder zijn vier zonen; Theodorik, Chlodomer, Childebert en Chlotarius. De 4 erfgenamen zullen op hun beurt door strijd, intriges, broedermoord en via het huwelijk gesloten familiebanden, hun grondgebied weer moeten zien te vergroten. Het zal resulteren in een opeenvolging van bloedvergieten en schanddaden.
Finibert, de broer van Raganier, de laatste heer van het land van Buck, overlijdt in Denemarken waar hij in ballingschap verbleef na zijn vlucht voor de Franse overheersing in Vlaanderen. Zijn enige zoon Finaert, een reus van een vent, is bereid om te strijden voor zijn verloren gegane erfenis en keert in het jaar 559 naar het land van Buck terug om zijn erfgoed Vlaanderen als enige erfgenaam van zijn oom op te eisen. De reus Finaert is een sluw man en hij weet zich al vrij snel te infiltreren bij de roverbendes die Vlaanderen teisteren.
Crapuul dat dagelijks niets anders doet dan stelen, pijlgieren en moorden, wordt niet gestraft door Finaert. Integendeel verleent hij iedereen vergiffenis. In ruil voor zijn goeddunken eist hij een ‘vierde penning’, 25% van de inkomsten uit hun verderfelijke praktijken. Ook goede lieden en burgers worden verplicht jaarlijks een vierde penning te geven aan hun heer. Als ze dat weigeren zullen ze in gebreke gesteld worden, met het risico op de verbeurdverklaring van hun lijf en hun goederen.
Een landheer zoals Finaert? ‘Du jamais vu!’. Hij regeert Buck met geweldige wreedheid en ongenadige tirannie. Het is duidelijk dat de bijnaam voor Vlaanderen, een woud zonder genade, een volkomen terechte bijnaam is. Finaert, Finard op zijn Frans, woont in Lillesbuc. Afgekort: ‘Ile de Buc’. Hij leeft er op een burcht die gebouwd staat op een eiland in de rivier de Deule. Het eiland van de Buck. Rond het eiland zal de volgende eeuwen de nederzetting Lille (l’ile) of Rijsel ontstaan.
Zijn wreedheid sleept lange tijd aan. Jaren. De prins van Brabant (Brabo II) doet pogingen om het monsterachtige gedrag van Finaert te beletten, maar hij sterft in 561. Brabo II wordt opgevolgd door zijn zoon Caerloman in 561. De bevolking van Buck klaagt de wantoestanden geregeld aan bij Chlotarius, koning van Frankrijk, maar buiten schone en grote beloftes gebeurt er in de praktijk zo goed als niks. Chlotarius heeft het veel te druk met zijn familieruzies.
In het jaar 578 zit het er nog maar eens bovenarms op tussen de 4 broers die Frankrijk onder elkaar bezitten. Childerik, de koning van Soissons, gaat in oorlog met zijn broer Sigibert die koning is van Metz. Kort nadien wordt Sigibert vermoord door enkele huurmoordenaars in opdracht van zijn schoonzuster Fredegunde. Nadat koning Childerik oostelijk Frankrijk heeft veroverd richt hij zijn pijlen op het grondgebied van zijn andere twee broers. Maar ook Childerik zal in de nabije toekomst vermoord worden bij de slachtpartijen tussen de broers. In 580 wordt de 4 maanden oude Chlotarius II de nieuwe koning van Frankrijk.
Dit is een fragment uit Boek 1 van De Kronieken van de Westhoek