banner
apr 15, 2019
1900 Views

Keizer Karel op bezoek in Ieper

Written by

Keizer Karel was een rare. Opgebracht op zijn Vlaams had hij de Vlaamse aard aangenomen, en hield van een klucht te slaan.

banner

Keizer Karel was een rare. Opgebracht op zijn Vlaams had hij de Vlaamse aard aangenomen, en hield van een klucht te slaan.

Zijn kluchten, waarvan R. D. H. er verscheidene reeds opgenomen heeft, hebben hem hier bij de lieden al veel meer helpen in ’t leven blijven als de grote veldslagen die hij gewonnen heeft, die onze zuiderse gebuur Francois I zo deerlijk verpletterden, en hem zelf gewond en gevangen leerden kennis maken met Spaanse kerkers van Madrid. Al wat die man betreft die zo gegeerd was in ons land; dient te boeke gebracht.

Zo; Keizer Karel kwam naar Ieper, in het jaar 1520, de 19de dag in Hooimaand, of Juli, als wij nu
zouden zeggen, volgens het heidense gebruik van de oude Romeinen.

Hij kwam al de Torhoutpoort de stad binnen, in een heldere zonneschijn, en een schepen van Ieper uit die tijd zag hem handsvollen gouden penningen zaaien onder het volk. De stoet trok door de Lange- en de Korte Torrestrate naar de markt. Al de huizen tot op het stadhuis waren behangen in rood scharlaken, en bekleed met ’s keizers wapen.

Op de stadsgebouwen en vele andere woningen, prijkte ’s keizers beeld of zijn letterteken in het goud. Hier en daar stonden er triomfpoorten, en de burgers die toonden overal op de verscheidenste wijze hoe groot hun vreugde was van de keizer in hun wallen te mogen begroeten.

De koninklijke gilden, als die van sinte Barbara, sint Sebastiaan en sint Joris, gingen hem in groot geweer te gemoet. De rederijkersgilde van sinte Anna, gezeid ‘Rosieren met melodie’ kwam daar ook tevoorschijn al en was zij nog maar sedert drie jaar heropgericht, zeventien jaar lang had zij gekrasseld, ja onderbleven, sedert de dood van den prins heer Alexander Bulteel, omdat de rederijkers niet eens gerochten om een opvolger te kiezen.

Immers de enen wilden de heer Pieter de Langhe, terwijl de anderen voor heer Michiel de Corte hielden. Dienaangaande zegt meester Ramaut omdat dit verschil door stijfhalzigheid niet kon beslist worden,deze gilde in oefening onderbleven is, tot de 19de november 1516, wanneer een van deze twee schepenen die gebroeders waren van deze gilde en op dewelke het dispuut liep van prins te worden nu afgestorven zijnde, voor prins verkozen werd de heer Christiaan vande Wynckel.

Achter deze van sinte Anna kwam de gilde de Koornbloeme, gezeid ‘de lichtgeladen’, die de heilige Maagd tot patrones eerden onder de titel van Alsemberge. Daarop volgden de gilde van het heilig Kruis, gezeid de ‘Moeren’, die van den Engelbewaarder, genoemd ‘Getrouwe herten’, eindelijk deze van sint Maurits onder de kenspreuk ‘de Vreugdenaars’.

Die vijf rederijkersgilden gingen de keizer tegemoet met standaarden, trommels en blazoenen en een groot getal burgers vergezelde de stoet, en vereerden zijne majesteit met hunne musketten.

’s Avonds, werd de hele stad door alom gevierd, en bij ordonnantie van het magistraat licht ontstoken, zodat het als dag scheen in de straten; want niemand en wilde ten achteren blijven, en elk deed om prijs.

Keizer Karel liet deze gelegenheid niet voorbijgaan zonder te tonen hoe hij wilde hard de hand houden aan het goede en de volksreligie wilde bevrijden van de listen en lagen van de ketters.

’s Anderendaags liet hij een ordonnantie afkondigen, dat men moest alle boeken en geschriften van Luther die men vinden of achterhalen zou, als ketterse lering in het openbaar op de grote markt door beulshanden verbranden.

Zijn leven lang bleef keizer Karel aan zijn ijver voor het goed geloof trouw. We hebben aan hem grotendeels de bewaring van de godsdienst in Belgenland te danken, en daarom en kunnen wij niet genoeg de nagedachtenis van die groten Keizer eren.

Nevens zijn ernstig werk voegde keizer Karel ook, naar gewoonte, een klucht. ’t Was binst de tijd van dit verblijf dat Keizer Karel in stokke kwam met de Kwaabette waarvan vriend H. D. S. ooit nog verteld heeft.

Er zijn schrijvers zoals meester Ramaut, die de inkomst van de keizer dateren op 22 juli 1519. Maar ze dolen; Karel was heel het jaar 1519 buiten de Nederlanden. Hij trok in zee de 12de augustus 15I7 en is acht dagen daarna in Spanje aanbeland waar hij om gewichtige redenen verbleef tot in april 1520, wanneer hij met een vloot in zee stak.

In de meimaand stapte hij in Engeland af, en nadat hij daar een tijd verbleven had, stak hij over naar Zeeland en kwam langs Brugge, enz. naar Ieper. Een handschrift van een Ieperling die schepen was in dit jaar 1520, stelt ook de inkomst op den 19 juli van dit jaar.

AD. D. in ‘Rond den Heerd’ van 1874

Article Categories:
vergeten geschiedenis
banner
http://www.dekroniekenvandewesthoek.be

Vlaamse geschiedenis zoals je die nog nooit beleefd hebt!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *