In de huizen waar niemand thuis was hebben alles meegenomen wat hun dienen kon, in vele herbergen betaalden ze niet, van hooi en strooi bedienden ze zich naar willekeur en namen een goede voorraad mee. Bij Jules Maerten en bij Hilaire Lievens stalen zij een paard en bij Petrus Braem 1 paard en 2 velo’s.
De soldaat neme bij zijn vertrek met zich weinig geld en een kleine hoeveelheid kleren. Hij voorziet zich van een goed hang- of maalslot, gorde zich met het scapulier van Onze Lieve Vrouw, neme op zich een klein gebedenboek en een paternoster.