2 mei 1382. Het volksleger van Filips van Artevelde laat Gent achter zich. Naast brood […]
De herberg is de grote school van het zedenbederf. Het is daar dat de jongeling, die nauwelijks de schoolbanken verlaten heeft, het eerst en het meeste slechte klap hoort, het is daar dat hij de lichte vrouwspersonen tegenkomt die hem zijn eerlijke schaamte doen verliezen.
In Vlaanderen werd en wordt 1 april ‘Verzenderkensdag’ genoemd. We kennen geen typisch dialectwoord waarmee dit gebruik wordt benoemd. De Engelsen integendeel kennen een gelijkaardige variante, nl. ‘All fools’ day’. De persoon die men beet nam werd een ‘Aprilgek’ of een ‘Aprilzot’ genoemd.
Daar was ‘ne keer een moeder, en z’hadde twee meiskes, en z’heetten alle twee Karlientje. Tegen ’t eene en zeiden de mensen niet anders als Wit Karlientje, omdat het zo schone was; maar zijn moeder en koste ’t onder heur ogen niet zien, omdat het heur eigen kind niet en was. En ’t andere was Zwart Karlientje bij de mensen, omdat het zo bruin en zo lelijk was; maar, Zwart Karlientje was het liefste gezien van zijn moeder, en ’t kreeg al wat dat ’t wilde.