’t Is geen vetlap vandaag (het weer is regenachtig)
Ik ga geen Blankenbergse rekening maken (niet nodeloos uitweiden)
Werken dat zijn hart watert
Ik spring niet lijk hij gaapt
– Up elk potje past een ulleke
– Zet j een zaete en smoord een puupe
– Aele voern teegn wind
– De poot’n van zien gat loopn
Hij is van ’t jaar elve, hij houdt het liever zelve (hij is erg gierig)
’t Is ’t er een van ’t jaar nul (hij is ferm uit de mode)
Dat is op geen blauwen steen gevallen (dat zal ik onthouden)
De stenen vragen geld (er is altijd en overal te betalen)
Op 1 oktober 1795 werd ons land definitief bij Frankrijk ingelijfd. Het Frans bewind eerbiedigde aanvankelijk nog enigszins de godsdienstige overtuiging van onze voorouders. De godsdienstvervolging die in Frankrijk woedde zal stilaan vaste vorm krijgen ook in ons land. Begin september 1797 moesten alle geestelijken binnen de 10 dagen de eed van getrouwheid afleggen aan de Franse grondwet. Daar de overgrote meerderheid weigerde het te doen, moesten ze onderduiken in geheime schuiloorden