We komen eindelijk aan de lente. Ooit benoemd als ‘Rhed-monat’ toegewijd aan de godin Rheda. […]
Als men getrouwd is moet men eveneens veel kunnen verdragen. Niet iedereen is baas in zijn huis lijk ik. Daar zijn er velen die staan waar dat de borstel staat en die moeten dansen naar de pijpen van hun vrouw.
De brave ooievaars die op vandaag nog altijd de baby’tjes brengen voor de jonge mama’s. Zwaluwen en ooievaars werden bekeken als zielvogels, gewijde vogels die zielen met zich meedroegen. Hun nesten brachten geluk aan de inwoners van het huis.
We komen eindelijk aan de lente. Ooit benoemd als ‘Rhed-monat’ toegewijd aan de godin Rheda. Of als ‘lentemaand’ of ‘Thormaand’ aan de god Thor. Ik wil er het fijne van weten.