Leert niet ossan te vinden wat da’j geiren ziet, moar geiren te zien wat da’j […]
Hoe meer da’j zaagt en hertefret, hoe langer da’j moe leven.
E probeerde te peinzen, mar d ‘er gebeurde nieten.
Hoe rapper da’j stapt hoe kleiner da’j zijt.
Ge kunt het niet al hebben in ’t leven, waar zou je ‘t trouwens al leggen?
Naastjaare (volgend jaar)
Nobachtngaan (naar de wc gaan)
Nauwers (nergens)
Neusdoek (zakdoek)
Neutebuk (kleine man)
Iedereen in de streek, vooral buiten Stavele, de gemeente waar het voorviel, weet te vertellen over de geheimzinnige gebeurtenissen die meer dan honderd jaar geleden zijn voorgevallen op Coene’s hof.