Pasterke Wyseur mocht eens mee met vliegmachientje van meneere Allays en er mocht nog een tweede man mee. Wyseurke vroeg zijn kapelaan mee en ze waren de lucht in.
Wulverynghem is een houtlandsche prochie, saevellanden ende hooygras, vetteweyden, die alle goede landen syn, alwaer anno 703 woonde eenen machtighen ende rycken rudder ghenaemt Wulferius, van wie dese prochie haere naeme heeft ende is naer syne naeme ghenaemt gheweest Wulverynghem, synde het woort hem te bedieden in de oude vlaemsche taele stede ofte woonplaetse, welcke naeme dese prochie sedert dies altydt ghehad heeft.
De naam van de gemeente die men heden als Watou spelt, vindt men in de Latijnse oorkonden van de middeleeuwen als Watua; soms ook, in Franse en Vlaamse geschriften, zal men om de beurt Watewe, Wateeuwe, Watue en Watuwe aantreffen
De eerste sporen van ons volksonderwijs zijn te vinden omstreeks het midden der zeventiende eeuw. Er berust in het Rijksarchief te Brugge een losse kerkrekening uit het jaar 1660, het jaar dat tussen Spanje en Frankrijk de vrede gesloten werd. In die rekening is de naam opgegeven van Joost Belettere Coster-scolemeester, hij was te Beselare geboren in 1641. De Belettere’s waren in die tijd een gezaghebbende familie, die op ons dorp een voorname rol speelden, te oordelen naar de ambten die zij bekleedden : baljuw, burgemeester, schepenen, leenmannen, enz.