De weg die Poperinge met Rousbrugge verbindt voert voorbij ’t dorpje Proven. Meer naar rechts strekt zich, een tamelijk groot bosch uit. Verder noordwaarts ligt de gemeente Crombeke, thans alom bekend door de schrikkelijke misdaad, welke een waardig echtpaar op wreede wijze scheidde.
De mannen zijn ongewapend. Met vierduizend zijn ze. Ze houden hun handen gevouwen en dragen geen kappen en geen riemen. ‘Ils vindrent nudz pieds et sans cheinture’ lezen we in de kronieken. Nochtans is het die dag slecht en berekoud weer en hun blote voeten verzinken in de modder. Het geheel moet ongetwijfeld een hallucinante aanblik geven als de sukkelaars, sommigen onder hen sterven zelf van de koude die dag, in deze omstandigheden ootmoedig op hun knieën gaan zitten om het verdict van graaf Filips de Goede te aanhoren.
Vergeet niet dat de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland nog volop woedt. De graaf vaardigt een besluit uit dat einde 1430 verspreid wordt door zijn landen van Vlaanderen, Brabant en Artesië. Hij vraagt aan al zijn vazallen dat ze hem op 6 januari 1431 zullen vervoegen ter hoogte van Sint-Winoksbergen. Het water moet blijkbaar tot aan de lippen van de hertog van Bourgondië staan, want tijdens de winter wordt er haast nooit oorlog gevoerd. Hoe dan ook: er wordt een algemeen alarm afgekondigd. De heren en de edelen sloven zich uit om massaal antwoord te geven op de vragen van hun graaf. De voorbereidende werken slepen wat langer aan dan voorzien en de planning wordt een klein weekje vooruitgeschoven.