Het was in de andere oorlog, een nicht van mij die betoverd geweest is, nè. En zij hielden café en ’t was een hofstede. En er gingen daar regelmatig bezoekers alzo, nè, om pinten te drinken en al. En er was daar een wijf dat alle dagen ging achter melk. En op een zekere dag, zij had chocolade gegeven aan haar, om op te eten.